Regio Rotterdam
u
4 oktober 2024

Uit ons magazine: Afscheidsinterview burgemeester Aboutaleb “Er waren zo veel grootse momenten”

Na 15 jaar neemt Ahmed Aboutaleb afscheid als burgemeester van Rotterdam. In een exclusief afscheidsinterview blikt hij nog éénmaal terug op deze lange periode. “Ik vond de tijd rijp om plaats te maken voor mijn opvolger.”

Dit is een artikel uit ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!

Foto: Marc Nolte

U bent driemaal aangewezen als burgemeester van Rotterdam. In 2021 werd u zelfs gekozen tot ‘beste burgemeester van de wereld’. Dat is niet veel mensen gegeven. Waarom heeft u de laatste termijn toch niet afgemaakt?
Omdat ik de tijd rijp vond om plaats te maken voor mijn opvolger. Overigens heb ik er nooit een geheim van gemaakt dat ik mijn derde termijn niet zou volmaken. Het was een puur persoonlijke beslissing, die ik in goed overleg met mijn dierbaren heb genomen.

Wat is het absolute hoogtepunt in de afgelopen 15 jaar, en wat is het dieptepunt?
Tja, dat waren er zo veel. Absoluut dieptepunt waren de strandrellen in augustus 2009, “de hel van Hoek van Holland” volgens de politiemensen die erbij waren. Zij werden door honderden relschoppers zo in het nauw gedreven dat ze genoodzaakt waren hun wapen te trekken. Daarbij vielen een dode en meerdere gewonden. Ontzettend heftig, zoals alle momenten waarbij je kunt spreken van buitensporig geweld. Denk aan de Coolsingel- en avondklokrellen in coronatijd. En eind vorig jaar nog, de dag dat Marlous, Romy en huisarts Jurgen om het leven werden gebracht door Fouad L. Ingrijpende gebeurtenissen die het leven van velen voorgoed hebben veranderd.
Koningsdag vorig jaar was een absoluut hoogtepunt.  We hebben er met elkaar een fantastische dag van gemaakt voor het koningshuis. De start van de tour in 2010, het Eurovisiesongfestival in Ahoy… Ach, er zijn zo veel grootse momenten geweest. Maar ik heb ook mooie herinneringen aan bijzondere ontmoetingen met bewoners en ondernemers. Aan mensen die er met z’n allen het beste van proberen te maken in hun buurt. Hun inzet en toewijding raken me telkens weer.

Drie jaar geleden zei u in dit magazine dat het bedrijfsleven een rol kan spelen in het tegendringen van armoede, bijvoorbeeld op Zuid, door perspectief op stage en een baan te bieden. In hoeverre zijn bedrijven daar volgens u in geslaagd?
Er zijn ongetwijfeld bedrijven die hun stinkende best doen. Tegelijkertijd constateerde de Onderwijsinspectie begin dit jaar dat studenten met een niet-westerse achternaam nauwelijks een stage kunnen krijgen. En als dat wel lukt, krijgen ze te maken met discriminatie op de stagewerkvloer. Voor gemotiveerde, goed opgeleide jongeren is dat natuurlijk een domper van jewelste. En voor een succesvol personeelsbeleid is het funest. Het personeelsbestand van bedrijven die opereren in een internationale havenstad, zou een afspiegeling moeten zijn van de studentenpopulatie die in de startblokken staan om de arbeidsmarkt te betreden. Dat zou een mooi streven zijn.

Op welke manier heeft het bedrijfsleven u verder kunnen helpen in het bereiken van beleidsdoelen? En wat heeft u andersom voor ondernemers kunnen betekenen?
Een burgemeester heeft geen economische beleidsdoelen, dat heeft het college van burgemeester en wethouders als geheel wel. Samen werken we aan een goed ondernemersklimaat, en ik leidde regelmatig buitenlandse handelsmissies waar Rotterdamse ondernemers deel van uitmaakten.

Een aantal jaren geleden op het miljoenenontbijt van VNO-NCW regio Rotterdam noemde u uzelf ook ‘ooit een gelukszoeker’. En op ons miljoenenontbijt van vorig jaar pleitte u voor ‘ongelijke behandeling’, om ongelijke kansen tegen te gaan. Wat moet er nou concreet gebeuren om iedereen een eerlijke kans te geven?
Gelukszoeker is tegenwoordig een scheldwoord, geluk is een schaars goed geworden waar kennelijk niet iedereen recht op heeft. Maar het is toch een diep menselijke behoefte om je best te doen voor je eigen welzijn en dat van je gezin? Wat ik bedoel met ongelijke behandeling is dit: soms zit ’t iemand van jongs af aan ongelofelijk tegen. Een kind waarvan iedereen denkt: wat moet er van hem of haar terechtkomen. Dan denk ik: laten we om zo’n kind, zo’n gezin, heen gaan staan. Als buren, familie, leerkrachten en werkgevers, als dat kind later een stageplek zoekt. Wat aandacht, een duwtje in de rug. Veel meer is er niet nodig voor zo’n ongelijke behandeling. Maar het maakt een wereld van verschil.

U heeft meermaals de oorlog verklaard aan drugsmaffia en ondermijnende praktijken. In Forum, het opinieblad van VNO-NCW, zei u twee jaar geleden dat zowel de overheid als bedrijven meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Doen bedrijven dat inmiddels voldoende, volgens u?
De Rotterdamse haven vormt samen met Antwerpen het belangrijkste Europese knooppunt voor de in- en doorvoer van cocaïne. Deze handel gaat gepaard met ronselpraktijken, excessief geweld en witwaspraktijken. Rotterdam vervult een voortrekkersrol in de aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit, waarin publieke en private partners samen optrekken.  Is dat voldoende? Nee. Er is ook samenwerking nodig met bron- en transitlanden, en andere Europese havens. Want je wilt natuurlijk geen waterbedeffect, of aantasting van je concurrentiepositie.

U zei toen ook dat u zich ‘terug zou trekken’ als u de hogere overheid niet wist te overtuigen om actie te ondernemen. Is dat u niet gelukt?
Er worden helaas nog steeds ladingen cocaïne onderschept, uithalers opgepakt en kinderen geronseld door criminelen. Maar er is duidelijk een beweging in gang gezet om op diverse politieke niveaus de georganiseerde drugscriminaliteit onder de aandacht te brengen. Lokaal via ons samenwerkingsverband met publieke en private partners, nationaal met de mainportaanpak en Europees samen met Antwerpen en Hamburg. Hoe het nieuwe kabinet aankijkt tegen de bestrijding van internationale drugscriminaliteit, is nog niet helemaal duidelijk. Maar ik ben ervan overtuigd dat de inzet en aandacht –  nationaal en internationaal – die we nu voor dit dossier hebben, onverminderd hoog zal blijven.

Tenslotte: wat is er de komende jaren nodig om Rotterdam verder te ontwikkelen, van zowel de overheid als ondernemers?
Het zou me een lief ding zijn als malafide huisjesmelkers en uitzendbureaus zouden verdwijnen. Dat zijn geen ondernemers, maar profiteurs van andermans ellende. Dat geldt ook voor ondernemers die criminelen ondersteunen in hun ondermijnende werk, met huurauto’s bijvoorbeeld. Ruimte voor jonge, innovatieve ondernemers die hart hebben voor de stad, waarde toevoegen aan de stad, dat is wat mij betreft de toekomst. Jongeren die, met of zonder “vreemde” achternaam, inspiratie hebben opgedaan tijdens hun stage.

Gerelateerde artikelen

Regio Rotterdam 11 juni 2024

Mantelzorg en het geheim van Aafje

Regio Rotterdam 21 september 2023

#MO23 Rotterdam: De kracht van talent