“VNO-NCW West wil snel duidelijkheid over zero-emissiezones voor ondernemers,” zo werd eerder al naar buiten gebracht. Nu er door de landelijke discussies opnieuw extra onduidelijkheid wordt gecreëerd voor ondernemers omtrent de zero-emissiezones, komen de partners van het Convenant Stedelijke Distributie 071 (VNO-NCW Rijnland, Stichting Ondernemend Leiden, Centrummanagement Leiden, Transport en Logistiek Nederland, Techniek Nederland, Koninklijke Horeca Nederland afdeling Leiden en evofenedex) met een gezamenlijke ambitie om de eerder bepaalde koers voort te zetten. Hoewel VNO-NCW West ook de knelpunten in de invoering ziet, is het belangrijk om stabiel beleid te voeren om een ongelijk speelveld te voorkomen. Vandaar ook wederom de oproep: verander de spelregels niet tijdens de wedstrijd. Lees hier het persbericht.
geen categorie
Onlangs zijn er weer twee nieuwe leden toegevoegd aan het bestuur van VNO-NCW Rijnland. Ze stellen zich graag aan jullie voor!
Johanna Snel
“Ik ben Johanna Snel ik woon en werk in Rijnsburg. Ik ben samen met mijn man eigenaar van twee bedrijven, genaamd QuickWorks video & Multimedia Productions en Cinefleur. Met ons team produceren we allerlei soorten videoproducties, visuele digitale magazines inclusief marketingcampagnes. We hebben ook een podcaststudio en doen tevens fotografie, vaak in het verlengde van de videoproducties. We zitten door heel Nederland en komen, vooral voor Cinefleur, regelmatig in het buitenland. Het grootste deel van onze klanten is gevestigd in de Randstad in allerlei branches. Van sierteelt tot technische/industriële bedrijven en van de zorg tot brancheorganisaties. Als het om verbeelding gaat en een goed verhaal, dan moet je bij ons zijn.”
“Ik ben onlangs toegetreden tot het bestuur van VNO-NCW Rijnland omdat ik het leuk en belangrijk vind om bij te dragen aan ons netwerk. We zijn een ondernemersvereniging die verder kijkt dan de eigen plaats of regio en dat maakt het zo waardevol. Onze leden zijn nieuwsgierig en hebben de blik naar buiten gericht. We hebben enorm verschillende bedrijven in ons netwerk, maar het zijn allemaal echte ondernemers met grote interesse in de ander en diens werkzaamheden. Ik hoop daarom ook mijn steentje bij te kunnen dragen om onder andere onze vereniging nog verder uit te breiden met leuke en interessante leden.”
“Ik zou iedere ondernemer aanraden om lid te worden van VNO-NCW West, waar Rijnland ook toe behoort, vanwege de diversiteit aan bijeenkomsten. Maar ook omdat je in contact komt met andere leuke ondernemers en ook buiten je eigen regio je netwerk vergroot. Ik was dit jaar bijvoorbeeld mee met de DGA-reis naar Stockholm en volgend jaar gaan we zelfs naar Japan! Door zulke ervaringen leer je elkaar echt goed kennen en kom je bij bedrijven en organisaties in het buitenland waar je normaal niet komt. Dat is heel waardevol! Maar VNO-NCW West heeft ook een grote invloed binnen de regio als het gaat om het behartigen van de belangen van bedrijven. Ook daar draag je aan bij met je lidmaatschap!”
Joke Brouwer
“Ik ben Joke Brouwer, moeder van 4 kinderen en eigenaar van het familiebedrijf Brouwer Tours en Taxi Brouwer. Wij zijn nu de derde generatie, wie weet volgt in de toekomst de vierde generatie. We zijn actief in het personenvervoer en hebben zo’n 40 touringcars en 50 taxi’s. We hebben zo’n 200 medewerkers: natuurlijk onze chauffeurs, maar ook mensen op kantoor en in onze eigen garage.”
“Ik ben al een flink aantal jaren lid van VNO-NCW West en ben ook al zeer actief geweest. Zo ben ik al snel met het vrouwennetwerk op reis geweest naar IJsland. Ook vond ik het mooi om deel te nemen aan de ondernemerstafels, waarbij je met andere ondernemers kunt spreken over uitdagingen waar je tegenaan loopt en zo van elkaar kunt leren. Ik vind het leuk om nu toe te treden tot het bestuur van VNO-NCW Rijnland, omdat ik graag betrokken ben bij wat er gebeurt en mijn steentje bij wil dragen. Ik wil graag een schakel zijn tussen de vereniging en andere ondernemers en mijn expertise inzetten, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid.”
“Ik zou ondernemers van harte aanraden om lid te worden van ons netwerk, omdat je echt veel leuke contacten opdoet die echt een meerwaarde vormen. Dat kan zakelijk interessant zijn, maar vooral de persoonlijke verbinding is inspirerend en waardevol. Daarnaast vind ik het belangrijk dat VNO-NCW zich in de regio inzet voor de belangen van ondernemers. Samen staan we sterker om het beleid te kunnen beïnvloeden, ook richting Den Haag. Alleen samen kunnen we onze stem duidelijk laten horen, en daar draag je aan bij door je aan te sluiten bij VNO-NCW West!”
VNO-NCW West heeft met teleurstelling kennisgenomen van de wens van de Tweede Kamer voor een landelijk gestandaardiseerde uitzondering van zero-emissiezones voor ondernemers tot 2029. En dat ongeveer twee maanden voor de invoering op 1 januari 2025. Uitstel zorgt enkel voor meer onduidelijkheid voor ondernemers.
Hoewel het goed is dat de Kamer aandacht heeft voor de uitdagingen die ondernemers op dit moment ervaren, is het van groot belang dat ondernemers kunnen rekenen op een betrouwbare overheid. Zodat ondernemers hun investeringen op de lange termijn kunnen doen. Dat betekent ook dat de landelijke overheid samen met gemeenten moet zorgen voor uniforme zero emissie zones, waar door middel van zoveel als mogelijk geharmoniseerde ontheffingen en regelingen ondernemers niet in de knel komen. De betreffende gemeenten en verschillende ondernemers- en brancheorganisaties werken hier al meerdere jaren aan.
Het uitstel komt extra hard aan bij die ondernemers die al wel stappen hebben gezet richting uitstootvrije logistiek, maar uiteraard ook bij ondernemers die hopen op schonere lucht in de binnensteden en daarmee een aantrekkelijker vestigingsklimaat in hun stad. Voor ondernemers die meer tijd nodig hebben, zijn er al uitzonderingsregelingen en ontheffingen. VNO-NCW West zal daarom in gesprek blijven met de betreffende gemeenten en ondernemersorganisaties.
Op vrijdag 12 oktober was verenigingscoördinator Roel Yska te gast in het weekoverzicht van Regionieuws TV, om daar te praten over het commissiedebat in de gemeenteraad van Den Haag over de zero emissie zone in het centrum van de stad. Roel sprak daar in namens VNO-NCW regio Den Haag en gaf bij Regionieuws TV een toelichting over dit onderwerp. Bekijk hieronder de uitzending van Regionieuws TV!
Het viaduct van de A7 bij Purmerend gaat eindelijk weer volledig open. Vanaf woensdag 16 oktober mag iedereen weer volledig van de weg gebruik maken, ook bus- en vrachtverkeer. Dat is goed nieuws voor de ondernemers en bedrijven in Noord-Holland Noord en VNO-NCW Noordwest-Holland is dan ook blij dat de werkzaamheden aan de A7 erop zitten. Dit is namelijk een belangrijke verbinding voor bedrijven, maar ook voor inwoners. Het is dan ook van groot belang dat er aandacht blijft voor het verbeteren van de bereikbaarheid van Noord-Holland Noord. VNO-NCW Noordwest-Holland blijft zich daar voor inzetten!
Tijdens het debat in de commissie Leefomgeving van de gemeenteraad van Den Haag op donderdag 10 oktober ging Roel Yska namens VNO-NCW regio Den Haag in gesprek met de commissieleden over de invoering van de zero emissie zone in het centrum van Den Haag. Dit naar aanleiding van de brief die wij eerder in de week naar de raadsleden stuurden.
Bekijk hieronder onze inbreng tijdens het commissiedebat. Door in gesprek te gaan en juist ook de kritiekpunten van de commissieleden te bespreken, kunnen we meer helderheid creëren voor ondernemers op punten waar veel ruis en onduidelijkheid momenteel heerst. Bekijk hieronder de volledige bijdrage, met ook antwoorden op vragen van commissieleden, of lees meer op Omroep West.
Dit is een artikel uit ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!
Foto: Marlies Hofstede
Op Prinsjesdag presenteerde de nieuwe regeringscoalitie haar eerste Miljoenennota. Daarmee wordt eindelijk duidelijk hoe de plannen uit het hoofdlijnenakkoord er in praktijk uit komen te zien. Ook het regeerprogramma biedt een inkijkje daarin. In het regeerprogramma spreekt het kabinet over het verbeteren van het ondernemingsklimaat, het terugdringen van de regeldruk en het creëren van ruimte voor bedrijven. Ook kan het bedrijfsleven rekenen op een lastenverlichting en wil het kabinet de arbeidsmarktkrapte aanpakken, onder meer door in te zetten op de werkcentra in de arbeidsmarktregio’s en een betere aansluiting van het onderwijs. Dit zijn allemaal positieve voornemens, maar het succes ervan valt of staat met een goede uitwerking en samenwerking met het bedrijfsleven. Uiteraard steken wij die hand graag uit.
Er zijn ook minpunten te benoemen. De voorgenomen bezuinigingen op onderwijs en innovatie zijn zorgelijk. Ook maken we ons zorgen om de btw-verhoging op logies, sport en cultuur. Daarnaast zijn de oplossingen voor grote problemen rondom stikstof, netcongestie en vergunningverlening nog weinig concreet, terwijl het resultaat van de veranderde Nederlandse opstelling richting Brussel nog onzeker is. Juist nu is het belangrijk dat we investeren in onderwijs en innovatie om de economie van de toekomst veilig te stellen, zeker in Europees verband. We onderschrijven daarom de oproep van het recente rapport-Draghi voor meer eigen Europese financiële middelen voor industrie- en innovatiebeleid. Investeringen in digitalisering en technologische innovatie zijn ook essentieel om het ondernemingsklimaat in de regio te versterken.
Er is veel voor nodig om ons vestigingsklimaat te verbeteren. Dat het Groeifonds wordt beëindigd, is daarom zeer teleurstellend. Investeringen in onderzoek en innovatie zijn onmisbaar om Nederland een competitieve en concurrerende economie te laten zijn. Ook de expatregeling is van groot belang om hoogopgeleide kenniswerkers aan te trekken. Het is goed dat deze toch behouden blijft. Ook andere arbeidsmigranten zijn vooralsnog onmisbaar in bijvoorbeeld de glastuinbouw, logistiek en zorg. Uiteraard is goede huisvesting hier ook een belangrijk aandachtspunt, maar arbeidsmigratie is vooralsnog hard nodig. Aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt moet dan ook een grote prioriteit zijn van het kabinet. Dat (meer) werken meer gaat lonen, zoals blijkt uit de Miljoenennota voor 2025, is dan ook positief. Tenslotte zijn we blij dat het kabinet aan de slag wil met een integrale aanpak voor toekomstbestendige en betaalbare bedrijventerreinen. Voldoende ruimte voor bedrijven is essentieel voor onze economie. VNO-NCW West maakt zich blijvend hard voor bedrijventerreinen van de toekomst en zet zich in de regio in om deze plannen namens het bedrijfsleven uit te werken.
Marck Hagen,
Voorzitter VNO-NCW West
Karima el Bouchtaoui is bestuurslid bij VNO-NCW regio Den Haag, met de portefeuille diversiteit en inclusie, en directeur van Ocullus. Haar bedrijf is expert op het gebied van competentiegericht werven en selecteren. Ocullus verzorgt trainingen over divers werven en inclusief leiderschap, maar voert ook zelf opdrachten uit rondom werving en selectie.
Dit is een artikel uit ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!
Foto: Frank Jansen
“Ik ben al jaren bezig met diversiteit en inclusie, dat is echt mijn passie. Ik heb het gevoel dat ik op deze manier de wereld om me heen een stukje beter kan maken. Ik heb zelf misschien wel harder moeten werken dan anderen om ergens te komen, terwijl ik vind dat iedereen dezelfde kansen moet hebben. Het kwam voornamelijk doordat men mij als anders zagen. Ik was de enige Marokkaanse vrouw op de hele afdeling. Ik vind het mooi dat wij een direct verschil kunnen maken bij organisaties door ze op een andere manier naar de arbeidsmarkt te laten kijken, of zelf potentiële werknemers aan te dragen die ze anders niet bereikt hadden. Ik zie namelijk dat bedrijven veel mogelijke doelgroepen niet in beeld hebben, terwijl er genoeg talent rondloopt!”
“Wij krijgen genoeg opdrachten, dus je zou denken dat bedrijven al hard bezig zijn met een inclusieve werkomgeving. Maar eerlijk gezegd gebeurt er nog te weinig. Mensen willen gezien worden. Dat betekent dat je ervoor moet zorgen dat kandidaten zich veilig voelen om te solliciteren en nieuwe werknemers zich ook echt welkom moeten voelen binnen je organisatie. Ook als je kandidaten afwijst, moet dat op een eerlijke manier gebeuren. Zo schep je de voorwaarden om mensen beter te bereiken.”
“Wij werken volgens methoden die wetenschappelijk bewezen zijn. Zo werkt het om functieomschrijvingen korter te maken of slechts vijf eisen te stellen en je ook in het gesprek aan die vijf eisen te binden. Voor elke eis kun je een toetsingsvraag stellen, dan heb je een CV niet meer nodig. Als je de juiste verwachtingen schept over welke vaardigheden nodig zijn voor een bepaalde functie, krijg je ook de juiste kandidaten. Vaak zijn bedrijven heel specifiek op zoek naar bepaalde ervaringen of opleidingen. Dan is de groep mogelijke kandidaten al erg klein. Kijk dus niet waar wie iemand is, maar naar wat hij kan. Wees ook duidelijk over welke voorwaarden je zelf stelt: betekent flexibiliteit bijvoorbeeld dat je ook ’s nachts beschikbaar moet zijn? Zorg dat je daar helder over bent.”
“Het belangrijkste is: leer jezelf kennen. In je hoofd heb je soms een erg specifiek beeld van wie je zoekt, terwijl dat op papier minder helder is. We zijn altijd op zoek naar mensen die op ons lijken. Het zit in onze natuur om mensen te zoeken bij wie je je veilig voelt. Je hebt meteen een eerste indruk van iemand, of een klik. Maar dat zegt niets over iemands kwaliteiten. Soms zie je pas dat een ander profiel ook goed binnen je team past, wanneer je het een kans geeft. Een klik kan ook later nog ontstaan als je moeite doet om iemand beter te leren kennen. Dat kan spannend zijn, maar het zorgt voor nieuwe invalshoeken en creativiteit. Competentiegericht werven zorgt echt voor het aantrekken van kwalitatief betere matches. Waardoor je een bredere doelgroep aantrekt en geen last meer hebt van schaarste op de arbeidsmarkt. Je presenteert je op deze manier als een aantrekkelijke werkgever, waar talenten graag willen werken. Dus het zorgt voor een innovatieve organisatie en voor betere wervingsresultaten. Dat staat vast en ik hoop dat bedrijven daar hun voordeel mee doen!”
“Bezuinigen op het openbaar vervoer raakt de meest kwetsbaren in onze samenleving het hardst. Dit moeten we voorkomen.” Dit is de dringende boodschap in een brandbrief die op dinsdag 8 oktober werd aangeboden aan staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu.
Maar liefst 400 lokale politici en bestuurders en meer dan 80 maatschappelijke organisaties en marktpartijen, hebben zich achter deze oproep geschaard. Vertegenwoordigers van de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, CEO’s van vervoersbedrijven HTM, RET en GVB, een woningcorporatie en werkgeversorganisatie VNO-NCW West overhandigden gezamenlijk de brandbrief aan de staatssecretaris. Het doel: het kabinet overtuigen af te zien van de geplande bezuiniging van 110 miljoen euro op het openbaar vervoer.
Minder bussen
De Vervoerregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag verzorgen samen 68 procent van het regionale vervoer in Nederland. Zij waarschuwen dat de bezuinigingen zullen leiden tot hogere ritprijzen voor bussen, trams en metro’s, minder busritten en een verslechtering van de bereikbaarheid, met name in de regio’s. Kwetsbare groepen zoals scholieren, studenten en ouderen, die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, zullen hier het hardst door worden getroffen.
27.000 ondertekenaars petitie
De brandbrief onderstreept de cruciale rol van het openbaar vervoer in een goed functionerende, toegankelijke samenleving en roept de regering op om de plannen voor bezuinigingen te heroverwegen. De oproep om de bezuinigingen te stoppen wordt breed gedragen door reizigers. Een petitie met deze oproep, die de vervoerregio’s een week geleden startten, heeft inmiddels al ruim 25.000 ondertekenaars.
Kai Pattipilohy (42) is bestuurslid van VNO-NCW Metropoolregio Amsterdam en directeur bij Diversion. 20 jaar geleden richtte ze dit bedrijf zelf op. “Bij Diversion werken we aan een veerkrachtige en verbonden samenleving waarin iedereen gehoord wordt, mee kan praten en mee kan doen. We helpen organisaties die maatschappelijk gevoelige onderwerpen bespreekbaar willen maken en de stem van de samenleving beter mee willen nemen in de beslissingen die ze nemen.”
Dit is een artikel uit ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!
Foto: Michel Porro
Beter om leren gaan met verschillen en botsende meningen is hier onlosmakelijk aan verbonden en volgens Diversion een belangrijke voorwaarde voor inclusiviteit. “Het onderwijs is de belangrijkste plek om dit de nieuwe generatie aan te leren, maar ook werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen”, vindt Kai.
“Met ongeveer 50 collega’s voeren we verschillende opdrachten uit voor overheden, onderwijsinstellingen en organisaties. Dat doen we vaak rondom thema’s die taboe zijn of waarover de meningen nogal kunnen botsen. Denk aan het ontwikkelen van (beleids)adviezen, het begeleiden van gesprekken over gevoelige onderwerpen, en het op gang brengen van open dialogen in het klaslokaal. Dat gaat van mentale gezondheid, het gesprek over de deeltijdnorm bij vrouwen, tot aan seksuele diversiteit en racisme.”
Wat maakt dat het zo lastig is om met verschillen en botsende meningen om te gaan?
We leven allemaal in onze eigen ‘waardenbubbels’, gevormd door onze achtergrond en opleiding. Hier komen we alleen mensen tegen met eenzelfde plek op de maatschappelijke ladder. Binnen deze bubbels worden we bevestigd in ons eigen gelijk en ontwikkelen we soms onbewust intolerantie voor mensen die anders denken.
De werkvloer is – naast het beroepsonderwijs – één van de weinige plekken waar mensen uit verschillende bubbels elkaar nog tegenkomen en samenwerken. Het is dus niet gek dat daar de verschillen in meningen, overtuigingen en de intolerantie soms heel duidelijk worden, zelfs als ze niet uitgesproken worden. Denk bijvoorbeeld aan de spanningen over corona en Sinterklaas waarbij werkgevers het ongemak en ruzies op de werkvloer zagen toenemen. Ook vandaag zien we het gebeuren, bijvoorbeeld als het gaat over het klimaat. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat we op tijd het gesprek aan gaan. Wanneer de discussie over of en hoeveel vlees er in de kantine mag liggen oplaait en dit spanning oplevert tussen verschillende afdelingen of generaties binnen een bedrijf, is het veel lastiger om nog goed naar elkaar te luisteren.
We moeten ons er meer bewust van zijn hoe waardevol het is dat je bijna alles kan zeggen in dit land, maar dat dit ook betekent dat je met elkaar kan botsen. Dat betekent in de praktijk: naar elkaar luisteren omdat je er dan vaak wel uitkomt met elkaar. Maar ook: leren om het vreedzaam oneens te zijn en ook echt te normeren op het moment dat verschil van mening bijvoorbeeld leidt tot uitsluiting. Het klinkt misschien soft, maar op dit moment zien we de samenleving hier echt op vastlopen.
Het aanleren van de democratische vaardigheden die nodig zijn begint al op jonge leeftijd. Daarom hebben we bij Diversion een belangrijke focus op het onderwijs.
Hoe zorgen jullie dat het de nieuwe generatie werkenden wel lukt om hiermee om te gaan?
Onder andere door gesprekken over lastige thema’s open te breken, bijvoorbeeld met behulp van zogenaamde ‘peer educators’. Naast ons vaste team, hebben we elk jaar een pool van jongeren – vaak studenten – die bij ons een maatschappelijke bijbaan hebben. Zij kunnen zo werkervaring opdoen terwijl ze met hun voorbeeldrol ook van grote maatschappelijke waarde zijn. Neem bijvoorbeeld Joodse, Islamitische en LHBTI+-studenten die via ons samen voor de klas staan om het omgaan met verschillen in schoolklassen bespreekbaar te maken. Zij laten zien hoe je met soms hele verschillende achtergronden en opvattingen gewoon kunt samenwerken en vrienden kunt zijn. Dat is voor heel veel leerlingen een eye-opener. Leerlingen ervaren daardoor ook dat het bespreekbaar maken van een onderwerp wat thuis of op sociale media soms taboe is, juist tot meer verbondenheid en empathie leidt.
En we hebben samen met drie hogescholen en een universiteit een methode ontwikkeld waarmee we docenten leren hoe zij zelf lastige of gevoelige thema’s bespreekbaar maken in de klas. Deze methode zetten we overigens ook steeds vaker in bij organisaties en instellingen buiten het onderwijs.
Jaarlijks bereiken we met programma’s duizend klassen en een veelvoud aan leerlingen, die hierdoor beter in staat zijn om verschillen of thema’s die ze eerder als taboe beschouwden bespreekbaar te maken. Deze kennis en vaardigheden nemen ze op den duur mee naar de werkvloer.
En hoe kunnen bedrijven bijdragen?
Ik denk dat werkgevers een belangrijke rol hebben: zij kunnen het verschil maken. Als je kijkt naar het vertrouwen dat mensen in de overheid en politiek hebben, word je niet vrolijk. Het vertrouwen in het bedrijfsleven om problemen op te lossen, ligt gelukkig een stuk hoger.
Ik vind dat bedrijven een verantwoordelijkheid hebben om mensen bij elkaar te brengen en te zorgen dat iedereen binnen een organisatie zich gehoord en gezien voelt.
En hoe doe je dat?
Vooral door te zorgen dat je het gesprek met elkaar goed kan aangaan. Dat levert uiteindelijk ook voordeel op voor de organisatie. Bijvoorbeeld: het combineren van arbeid & zorg wordt vaak als privékwestie aangemerkt. Tegelijkertijd zien we dat de deeltijdnorm bij vrouwen het lastig maakt om tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen. En belangrijker nog: het maakt vrouwen financieel kwetsbaar. We hebben in Nederland te maken met hardnekkige, traditionele rolpatronen en dat maakt dit een gevoelig thema. Maar we zien dat werkgevers die het gesprek hierover wel aan gaan en beter beleid maken voor jonge ouders, hier vaak flexibiliteit voor terugkrijgen.
Het is dus belangrijk om de spanningen die gevoelige thema’s oproepen niet te negeren, maar juist met elkaar in gesprek te gaan. Praat gewoon een paar keer per jaar met elkaar over thema’s die je team of organisatie raken en laat zien wat je als werkgever met die inzichten doet. Als je die gesprekken faciliteert, zorgt dit uiteindelijk voor een veel fijnere werkomgeving dan wanneer het blijft schuren onder het oppervlak.
Bij Diversion noemen we het ‘positieve confrontatie’. Confrontatie heeft een negatieve bijsmaak, maar dat hoeft helemaal niet. Door ruimte te maken om elkaars wereldbeelden te begrijpen en te zorgen dat lastige en gevoelige gesprekken juist op de werkvloer gevoerd kunnen worden, werken bedrijven aan een veilige en inclusieve werkomgeving. Hiermee creëren ze ruimte voor meerstemmigheid en draagvlak voor beslissingen die anders misschien met meer onbegrip worden ontvangen.