Miljoenennota: Bewaak economie!

Prinsjesdag: Reactie VNO-NCW op Miljoenennota

Het is goed dat het kabinet actie onderneemt om de koopkracht van burgers te verbeteren en dat er zo’n 600 miljoen euro beschikbaar komt voor het mkb. Het kabinet heeft gelukkig aangekondigd energie-intensieve bedrijven te willen helpen. Tegelijkertijd hebben ondernemers zorgen over de optelsom van extra lastenverzwaringen (Vpb en Box-2), de versnelde verhoging van het minimumloon en alle andere kosten die zij momenteel op hun bord krijgen.

We moeten de motor van de economie niet uit het oog verliezen, zeggen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland in een eerste reactie op de Prinsjesdagstukken. 

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: “De kunst is in deze ingewikkelde tijd om de koopkracht van burgers te waarborgen, de inflatie niet verder op te laten lopen, het investeringsvermogen van kleine en grote ondernemingen in stand te houden en hun verduurzaming te versnellen. Het is daarom goed dat het kabinet omvangrijke maatregelen neemt om de koopkrachtcrisis te lijf te gaan en daarmee ook kleine mkb’ers helpt. We zullen bovendien de effecten van de hoge energieprijzen voor energie-intensieve bedrijven moeten dempen, net als in omringende landen. Het is verstandig dat het kabinet hier nu serieus naar kijkt.” In plaats van polarisatie vraagt deze onzekere en ingewikkelde tijd volgens Thijssen verder om nauwe samenwerking tussen ondernemers, overheid en vakbonden.

Hoge energieprijzen 
De ondernemersorganisaties zijn blij met de maatregelen voor burgers en hele kleine bedrijven om de energieprijs te drukken, maar wijzen erop dat dit met name de energie-intensieve bedrijven nog onvoldoende helpt. Het is daarom goed dat het kabinet kijkt naar extra maatregelen, zoals vandaag aangekondigd. Die zijn echt heel hard nodig, omdat bedrijven die we niet willen missen, anders dreigen om te vallen. 

Inflatie niet aanjagen
De ondernemersorganisaties zijn bevreesd dat de versnelde verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari aanstaande averechts uitpakt voor de inflatie en die verder aan kan jagen. Per 1 januari 2024 gaat het WML door een stapeling van maatregelen voor bepaalde groepen ondernemers bovendien nog eens met ruim 11 procent omhoog. Dit hakt er flink in, bovenop alles wat zij al voor de kiezen krijgen. Dit gevaar is te ondervangen met een loonkostencompensatie voor werkgevers, zoals eerder ook is aanbevolen door werkgevers en vakbonden vanuit de SER. 

Lastenverzwaringen ondernemers

Niet blij zijn de ondernemersorganisaties verder met alle lastenverzwaringen in de winstbelasting en Box-2. Die beperken de noodzakelijke investeringsruimte voor mkb-ondernemers. Voor het vierde jaar op rij wordt bovendien hard geknaagd aan de zelfstandigenaftrek die er juist is voor zelfstandig ondernemers die voor eigen rekening en risico ondernemen. Ook komt er niets voor in de plaats. ‘Deze maatregel heeft direct effect op hun financiële ruimte om te investeren, reserveren en consumeren’.

 

Meer informatie:

Zie www.vnoncw.nl en www.mkb.nl voor meer informatie of bel met Edwin van Scherrenburg, Mieke Ripken of Kees Bakhuis. 

Ben je ondernemer en wordt je bedrijf getroffen door de stijgende energieprijzen, vul dan deze korte enquête in. (tijdbeslag: 2 minuten.)

Klik hier voor de vragenlijst.

De respons wordt vertrouwelijk behandeld door VNO-NCW en MKB-Nederland.
De totale resultaten brengen we in in gesprekken met het kabinet over compensatie voor energieinstensieve bedrijven.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Robin Biersma: biersma@vnoncw-mkb.nl

Bij voorbaat veel dank voor uw medewerking.

Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn ontstemd over de uitgelekte lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven, die het kabinet op Prinsjesdag zal aankondigen. De motor van de economie – het midden- en kleinbedrijf – wordt dan hard geraakt. Bovendien dreigen veel energie-intensieve mkb-bedrijven momenteel onder de stijgende energie- en andere kosten te bezwijken.

Het lijkt erop dat het kabinet niets aan de stijgende kosten voor mkb-bedrijven wil doen. Ook het uitgelekte plan voor een verhoging van het minimumloon met 10% in één keer is zonder enige vorm van compensatie voor veel mkb’ers niet te dragen. Deze keuzes zijn extra vervelend aangezien werkgevers graag willen bijdragen aan de koopkracht van hun medewerkers. Maar een ondernemer kan zijn euro nu eenmaal maar één keer uitgeven.

Werkgevers zijn de enigen die nog dit jaar iets extra’s aan de energierekening van hun medewerkers kunnen doen. Voor de optie om zo’n eenmalige uitkering netto uit te betalen lijkt het kabinet echter niet te kiezen, terwijl de overheid zich dat prima kan veroorloven met de enorm oplopende aardgasbaten die zij binnenkrijgt. Dat zeggen voorzitters Ingrid Thijssen (VNO-NCW) en Jacco Vonhof (MKB-Nederland) in een vraaggesprek met de Telegraaf op 3 september.

Drie zaken zwaar op maag
Er liggen drie zaken voor ondernemers zwaar op de maag: de enorme energiekosten waar het energie-intensieve mkb mee te kampen heeft, de extra lastenverzwaringen voor het mkb en de versnelde verhoging van het wettelijk minimumloon (WML).

Energie
Het is goed dat het kabinet burgers gaat helpen met hun energierekening, maar VNO-NCW en MKB-Nederland missen in de uitgelekte plannen een oplossing voor het energie-intensieve mkb, zoals de glastuinbouw, steenbakkers, bakkers en schadeherstelbedrijven. “Het is cruciaal ook voor die groep iets te doen. We horen van ondernemers die hun energieprijzen zien vertienvoudigen, die productielijnen moeten afschakelen en die ver onder de kostprijs moeten leveren. Dat houden ze niet lang vol”,  aldus de voorzitters van VNO-NCW en MKB-Nederland.  

Vpb en Box 2
Ook maken de ondernemersvoorzitters zich zorgen over de extra lastenverzwaringen in de kabinetsplannen die met name bij het mkb in het algemeen en de middenbedrijven in het bijzonder terechtkomen. “Dit is het gevolg van de zoektocht van het kabinet om vermogenden meer belasting te laten betalen. Het maatwerk dat daarvoor nodig is, is in ons belastingsysteem kennelijk niet mogelijk. Met als gevolg dat er een hele grove regeling komt die mkb-bedrijven stevig raakt, met een hogere winstbelasting (vpb) in de eerste schijf en hogere belastingen in Box 2.”

Minimumloon compenseren
VNO-NCW en MKB-Nederland hebben er begrip voor dat het kabinet met name mensen aan de basis van de arbeidsmarkt tegemoet wil komen met een verhoging van het WML. Dat moet dan wel, conform het SER-advies van werkgevers en vakbonden van vorig jaar, gepaard gaat met een compensatie voor de hogere werkgeverslasten. “Anders is de WML-verhoging van 10 procent in één keer voor veel ondernemers niet te dragen. Zeker niet bovenop alle andere lastenverzwaringen en de hoge energieprijzen waar ze al mee te kampen hebben.”

Werkgevers helpen werknemers
“Onze leden willen waar mogelijk medewerkers helpen die worstelen om rond te komen. Het kabinet moet regelen dat werkgevers die daarvoor ruimte hebben, eenmalige netto-uitkeringen aan hun medewerkers mogen doen. Anders dan de koopkrachtreparatie die het kabinet met Prinsjesdag aankondigt, is dit iets dat we nog dit jaar kunnen doen en het huishoudboekje van de overheid kan dat prima hebben”, aldus Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW.  

Is jouw organisatie, project of product het neusje van de zalm op het gebied van circulariteit? Zet jij je in om van de provincie Noord-Holland een circulaire topregio te maken? Geef je dan voor 30 september 17:00 uur op voor de eerste editie van de Noord-Hollandse Circulaire Innovatie Top 20 en maak kans op een mooie prijs!

www.noordhollandsecirculaireinnovatietop20.nl

Column van Audrey Keukens, voorzitter VNO-NCW West, gepubliceerd in de juli-editie van ledenmagazine West.

Veel leden pakken de handschoen op en willen ondernemen voor brede welvaart. In deze editie van West staan inspirerende voorbeelden van ondernemers die bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Hun inzet is eigenlijk ongelooflijk als je kijkt naar de omstandigheden. De stikstofimpasse, de dure energie en het tekort aan arbeidskrachten houden het Nederlandse bedrijfsleven in de houdgreep. Zo stagneert de transitie naar een duurzame, moderne economie.  

De overheid is als eerste aan zet om de omstandigheden te verbeteren. Geef duidelijkheid en maak keuzes! In het geval van de stikstofaanpak, geef aan welke bedrijven door mogen en welke niet. En geef boeren en ondernemers die hun bedrijf moeten aanpassen of stoppen, perspectief. Geld is het probleem niet. De overheid kan uitkopen, herinrichten, omscholen of andere transitiemaatregelen betalen. 

Een ander voorbeeld speelt bij de vergunningverlening voor duurzame investeringen door bedrijven, vooral ook voor energiebesparing en elektrificatie. Zorg dat die vergunningen sneller worden afgegeven.  

Behalve de overheid, kunnen ondernemers zélf de omstandigheden voor brede welvaart verbeteren door elkaar ruimte te gunnen. Heb je tijdelijk wat minder werk, leen dan je medewerkers uit aan een collega-ondernemer. Heb je je reserveringen op energie niet nodig – veel grote bedrijven hebben een claim op de voorraad gelegd –  durf die dan beschikbaar te stellen aan andere bedrijven.  

Brede welvaart zorgt voor een gezonde, stabiele samenleving waarin bedrijven kunnen floreren. Om dát te realiseren hebben we elkaar allemaal nodig.  

Ondanks stevige tegenwind – denk aan afzetverlies door corona en Oekraïne-crises en stijgende energieprijzen – houdt Margriet Looije van tomatenteler Looye Kwekers uit Naaldwijk het business model recht overeind. Zij toont goed werkgeverschap. “We hebben al zo’n twintig uitzendkrachten een vast contract aangeboden. Daar zijn we trots op.”, zegt ze in de nieuwste editie van ledenmagazine West.

Lees hier het interview

Onderstaand opinieartikel van Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW, is gepubliceerd in NRC op 3 juli 2022 

Na elf eeuwen stabiliteit en voorspoed raakte de republiek Venetië in verval. De Venetianen dachten dat hun welvaart eeuwigdurend was en hun bestuurlijke inrichting verlamde de slagvaardigheid. Zij konden de concurrentie van opkomende zeevarende landen als Portugal, Engeland en Nederland het hoofd niet bieden.

Dat er geld verdiend wordt in Nederland lijkt voor velen een vanzelfsprekendheid. Beseffen we wel voldoende dat bedrijven de motor zijn van onze economie en onze samenleving? Zij zorgen voor het geld waarmee we ons blauw op straat, onze scholen en onze ziekenhuizen betalen. De gedachte lijkt te overheersen dat het niet erg is als er minder bedrijvigheid is. De arbeidsmarkt is structureel krap, dus een baan hebben we toch wel. We steken onze kop in het zand voor de spanningen die in de samenleving ontstaan wanneer er geen, of amper nog, sprake is van groei en we weer moeten bezuinigen.

Net als de Venetiaanse republiek worstelt ons land daarnaast ook met een bestuurlijke inrichting die vleugellam is. De randvoorwaarden voor bedrijven om te verduurzamen ontbreken. Zo duurt het verlenen van vergunningen een jaar of acht. Als ze al verleend worden door de stikstofproblematiek. Ook is er geen plek op het stroomnet en noodzakelijke aanpassingen van wetgeving gaan te traag. De overheid stelt eisen, maar regelt niet dat burgers en ondernemers daar ook aan kunnen voldoen, doordat in de besluitvorming samenhang ontbreekt. Zo besloot het kabinet dat je vanaf 2026 een warmtepomp moet nemen wanneer je je cv-ketel vervangt. Maar de fabrikant daarvan kan geen vergunning krijgen om een nieuwe fabriekshal te bouwen vanwege stikstof. Bovendien draaien die warmtepompen op elektriciteit terwijl het stroomnet nu al vol zit.

Deze combinatie van bestuurlijke onmacht en de overtuiging dat onze welvaart vanzelfsprekend is leidt ertoe dat wij met vuur spelen. Hoewel geschermd wordt met bedrijven die zich hier nog steeds vestigen, is ons land niet langer een logische plek om je te vestigen, om te blijven, of te verduurzamen. Dat geldt niet alleen voor grote bedrijven, waar inmiddels een exodus zichtbaar is, het geldt juist ook voor start- en scale-ups en oer-Hollandse familiebedrijven die zich afvragen of ze hier eigenlijk nog gewenst zijn.

Nederland onderscheidde zich lang door de hoge kwaliteit van onze beroepsbevolking, ons belastingstelsel, onze geweldige verbindingen met de wereld én een overheid die goede randvoorwaarden kon scheppen voor groei en innovatie. Het heeft ons tot één van de welvarendste landen gemaakt. Maar omringende landen hebben op veel aspecten onze aanpak gekopieerd en verbeterd, terwijl die hier onder druk staat. Zo verslechtert de kwaliteit van onze schoolverlaters al jaren en is de belastingdruk voor bedrijven in een paar jaar tijd zelfs één van de hoogste van de EU geworden.

Dit leidt tot minder investeringen in onder meer duurzaamheid. Alleen al de extra lastenverzwaringen van september vorig jaar leiden tot circa 10 procent minder investeringen. Zelfs op nieuwe investeringen die nog geen winst maken, heft Nederland vier keer meer belasting dan het EU-gemiddelde. En de Bedrijfsopvolgingsregeling die voor het voortbestaan van familiebedrijven cruciaal is, is hier minder gunstig dan in omringende landen en wordt – met rammelende onderbouwing – wederom ter discussie gesteld.

Het netwerk van frequente, rechtstreekse luchtverbindingen met alle economische centra in de wereld is één van de laatste, misschien wel het enige, punt waarop Nederland zich nog in positieve zin onderscheidt. Maar ook dat staat onder druk. In plaats van een snellere oplossing voor de emissies en geluidsoverlast te vinden, is het antwoord: krimp. De geschiedenis bewijst: als zo’n netwerk eenmaal in elkaar zakt, komt het nooit meer terug.

Ondertussen is onze overheid niet in staat de randvoorwaarden voor bedrijven te scheppen om hier te kunnen vernieuwen. Deze situatie wordt verergerd door de voortdurend negatieve manier waarop er met het bedrijfsleven wordt omgegaan. Als er verder geen redenen meer zijn om hier te blijven, hier te verduurzamen, hier uit te breiden, dan kan dat de spreekwoordelijke druppel zijn. Degenen die beslissen zijn ook mensen. Woorden doen ertoe.

Om de vrije val van ons vestigingsklimaat te stoppen zijn natuurlijk meerdere acties van belang, maar vier zaken zijn in elk geval met voorrang nodig. Zo moet de kwaliteit van ons onderwijs snel verbeteren. De plannen van het kabinet zijn goed, maar laten we zorgen dat we het ook snel uitvoeren. Als uitgangspunt voor ons belastingbeleid moet gelden dat we ons richten op het Europees-gemiddelde. We willen geen bedrijven lokken met belastingvoordelen, maar onszelf in de voet te schieten heeft ook geen zin. Zorg dat Nederland gelijkwaardig is aan andere landen en dat het loont om duurzame investeringen juist hier te doen. Daarnaast is het zaak het belangrijke netwerk van KLM en Schiphol in stand te houden door emissies en geluidsoverlast veel sneller te verminderen. Tot slot vraagt het van de overheid een effectievere organisatie. Over de grenzen van departementen én bestuurslagen heen. Bij nieuw beleid moeten alle voorwaarden voor de uitvoering zijn geregeld, inclusief benodigde aanpassingen in wetgeving en tijdige vergunningverlening. Dit vraagt om multidisciplinaire teams zonder dat dit leidt tot extra bureaucratie. Het vraagt om strakke sturing en tempo. In het bedrijfsleven zou je daarvoor de scrum-werkwijze gebruiken. Daar hoort ook een duidelijk herkenbare opdrachtgever bij die bewaakt dat het gewenste resultaat op tijd wordt geleverd. Dat zou dan de meest betrokken minister zijn, of onze premier.

Er is reden om ons serieus zorgen te maken. We weten hoe het met Venetië is afgelopen. Toeristen vergapen zich aan de geschiedenis terwijl de stad in zee dreigt te verdwijnen. Dat mag en kan niet het scenario voor Nederland zijn. Onze generatie bestuurders en politici heeft niet alleen de verantwoordelijkheid voor de verduurzaming van onze samenleving. We hebben óók de verantwoordelijkheid om te zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen voldoende geld kunnen verdienen voor zichzelf en om hun publieke voorzieningen te kunnen betalen.

Kritische reactie van wethouder Simons van Rotterdam op dit opinieartikel in de nieuwsbrief van VNO-NCW Rotterdam en regio Rijnmond. Lees hier.

Column van Vincent Wanders, dga Wanders BV en bestuurslid VNO-NCW metropool Amsterdam

Ja, het valt op, de ondernemer krijgt de laatste tijd veel om de oren. Of het nou gaat om een tekort aan medewerkers, energie, verduurzamen, het tekort aan materialen of nieuwe fiscale regelingen; het komt allemaal tegelijk, je moet in actie komen en daardoor loop je steeds achter de feiten aan. En dan zijn er ook opeens begrotingstekorten en heeft de politiek de ondernemer of het bedrijf in het vizier. Hoe kan het toch dat de ondernemer op dit ogenblik een sitting duck is waar iedereen maar op schieten kan?

Een interessant voorbeeld is de radioreclame in de vorm van een dreigend weerbericht over hoge temperaturen en zware overstromingen, die afsluit met de slogan ‘Stop de vervuiling onderneming X,Y, Z’.  Allerlei ondernemingen worden genoemd. Wat kun je als bedrijfsleven tegen deze framing doen? Om nou zelf een campagne op te zetten met ‘Vandaag zijn er weer 10.000 mensen werkloos geworden, zijn er weer 25 scholen en 10 ziekenhuizen gesloten omdat ze niet bekostigd kunnen worden’, zou te cru zijn. Maar andere belangenorganisaties kunnen wel ongenuanceerde statements de ether inslingeren. En het lijkt dan wel alsof er uitsluitend vervuilende industrie is, er geen  afnemers van industriële producten zijn, laat staan dat er consumenten bestaan.

Laten we als ondernemers toch een gezamenlijke campagne beginnen met als thema ‘Het gesprek aangaan om erachter te komen hoe het echt zit’. Staalindustrie weg uit Nederland? Dat betekent geen vervuiling de regio IJmuiden, maar wel extra vervuiling in China, waar de milieunormen veel lager zijn, en extra vervuilend transport naar Europa.
Fiscale vrijstelling van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) weg? Dan nog meer mkb-bedrijven die verkocht worden aan buitenlandse private equity-bedrijven of die zich gewoon nu alvast gaan vestigen in het buitenland.
Door de negatieve framing daalt het vertrouwen in het bedrijfsleven en moeten ondernemers overal uitgebreid verantwoording afleggen. De regeldruk neemt toe en voor vijf minuten werk moet je vijftien minuten eindeloze vragenlijsten invullen. In het gesprek over hoe het echt zit, zal dan blijken dat de consument de rekening betaalt en dat de maatschappelijke productiviteit daalt. 

Naar het buitenland gaan is geen loos dreigement meer. De afgelopen maand heb ik (nu het weer mag) nogal veel CFO’s-sessies gehad. Deze financiële topmensen uit het bedrijfsleven zijn de sfeer moe en raken ontmoedigd, terwijl ze in het buitenland juist worden gewaardeerd.  

Het vestigingsklimaat NL is negatief. Dus kom in actie, vooral de politiek. Stop met reactief reageren, met ad hoc beleid. Er gloort nu hoop met de nieuwe industriepolitiek. Zorg voor een lange termijnvisie en een gestructureerde uitvoering van het beleid. En neem het fiscale beleid daarin mee. VNO-NCW en MKB Nederland willen pro-actief ‘de kloof overbruggen’  om te zorgen dat het maatschappelijk vertrouwen in ondernemers en bedrijven terugkomt. Mooi om deze zomer in alle rust hieraan een scherpere invulling te geven. Be good and tell it.

De brandbrief over het vestigingsklimaat die Ingrid Thijssen vorige week naar premier Rutte stuurde, is op aandringen van de leden van de vijf regionale verenigingen, waaronder VNO-NCW West, tot stand gekomen. Tegelijkertijd zetten onze belangenbehartigers Rogier Krabbendam (Zuid-Holland, links op foto) en Robert Tieman (Noord-Holland) zich vol energie in om het ondernemingsklimaat in de regio West te verbeteren. Zij zitten in diverse bestuurlijke gremia aan tafel om duidelijk te maken wat het bedrijfsleven in de regio nodig heeft. Hoe werkt dat in een praktijk. Een paar voorbeelden.

Krabbendam zit samen met vertegenwoordigers van natuurorganisaties, de agrarische sector, de gemeente en de waterbedrijven aan de stikstoftafel van de provincie Zuid-Holland. “Ik trek daar op met het Havenbedrijf Rotterdam en de brancheorganisaties TLN (transport en logistiek) en Bouwend Nederland. We doen er alles aan om de vergunningverlening los te trekken. Op dit moment brengt de provincie per gebied in kaart wat nodig is om de achtergang van de natuur te stoppen. Die inventarisatie moet van het Rijk in juli 2023 gereed zijn. Tot die tijd dringen we aan op ontwikkelruimte voor bouwactiviteiten, zoals voor woningbouw. Die ruimte ontstaat als je de stikstofreductie nu al versnelt, bijvoorbeeld door boeren te helpen met het drastisch reduceren van hun ammoniakuitstoot of te laten stoppen met hun bedrijf, of door transport en bouw voortaan uit te voeren met emissieloos materieel. Ook dat gaat niet vanzelf en moet door overheden beter vastgelegd worden in aanbestedingen.”

Stikstof
Ook Tieman neemt deel aan divers bestuurlijk stikstofoverleg, maar dan in Noord-Holland. “Een significant deel van de stikstof welke in de Natura-2000-gebieden in Noord-Holland neerkomt, kent een internationale en natuurlijke oorsprong”, legt hij uit. “Bij internationaal moet je aan de zeevaart langs de kust denken, bij natuurlijk aan de ammoniak van zee. We hebben dus weinig knoppen om aan te draaien. Er zijn hier weinig extensieve veeteeltbedrijven die je kunt uitkopen. De provincie brengt in overleg met het bedrijfsleven zo nauwkeurig mogelijk de geplande projecten voor stikstof en CO2-reductie in kaart. Zo kan en wil de industrie, zoals Tata Steel en bedrijven langs de Zaan, haar milieubelasting flink verminderen. Dat moet weer legitieme ruimte voor bouwvergunningen geven.”

Subsidies
VNO-NCW West pleit voor een ondersteunend subsidie-instrumentarium om de stikstofreducerende projecten versneld te kunnen uitvoeren. VNO-NCW West heeft geopperd de fondsen (160 miljoen euro) van de ontwikkelingsmaatschappij ROMInWest in te zetten voor innovaties.

Samenwerking provincies Noord- en Zuid-Holland
Noord- en Zuid-Holland intensiveren de samenwerking voor realisatie van de woningbouwopgave en de aanpak van de stikstofproblematiek, die weer van invloed is op die opgave. Dat hebben de colleges van Gedeputeerde Staten van beide provincies onlangs besloten. (Lees meer.)

Aandacht voor werklocaties
Een ander onderdeel van het vestigingsklimaat, waarvoor Krabbendam en Tieman zich in de afgelopen maanden hebben ingezet, is het onder de aandacht houden van werklocaties. Er moet ruimte zijn en blijven voor de maakindustrie en jonge bedrijven, de start ups en scale ups.
Krabbendam: “Via de Economic Board Zuid-Holland, waarin VNO-NCW West is vertegenwoordigd, en overleg met de provincie Zuid-Holland en MRDH (Metropoolregio Rotterdam – Den Haag), hebben we invloed op de plannen van de Verstedelijkingsalliantie, een samenwerkingsverband van overheden die de ruimtelijke inrichting bepalen. Waar gaan we wonen en werken en hoe zorgen we dat die plekken goed bereikbaar zijn? Ook ben ik betrokken bij het vaststellen van de economische agenda voor het regionaal samenwerkingsverband van 13 gemeenten in Holland Rijnland. Tot voor kort was die agenda er niet!. De bedrijven op werklocaties zorgen voor werk voor met name praktische geschoolde mensen in een stad. Dat is een cruciale bijdrage aan brede welvaart. Je moet niet willen dat bij het verdelen van de schaarse ruimte deze bedrijvigheid vergeten wordt.”

1. Vluchtelingen ophalen met de touringcar van je bedrijf (Brouwer Tours),
2. Voorplanting van koraal in de oceanen stimuleren (Van Oord),
3. Medewerkers met financiële problemen helpen (Schoonmaakwoede),
4. Vrouwelijk talent opsporen en versneld begeleiden naar de managementtop (Aegon),
5. Jongeren en statushouders een goede technische opleiding geven (Tata Steel),

Vijf inspirerende voorbeelden van leden-ondernemers die zich inzetten voor brede welvaart.
Lees hier hun verhalen in ons magazine West.