Uit ons magazine: “Ook als het jou niet overkomt, word je indirect alsnog geraakt”

 

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!

Chantal Roest is bestuurslid van VNO-NCW regio Den Haag met de portefeuille cybersecurity & digitalisering en werkt bij KPN als Vice President Markstrategie & Marktdevelopment. Zij richting zich als System Integrator op 4 specifieke verticals: Public, Public Critical, Finance & Insurance en Mainports & Logistics.

“Voor veel organisaties zijn IT-systemen de aorta van hun bedrijfsvoering. Steeds meer organisaties zijn voor hun IT afhankelijk van meerdere IT partners oftewel service providers. De uitdaging is de diensten van de service providers op elkaar te laten aansluiten en samenwerken. Dit vraagt om een integrale aanpak. Als System Integrator helpen wij onze klanten controle te krijgen, zijn we strategisch sparringpartner en tegelijkertijd denken we proactief mee over het gehele IT-landschap. We zijn een partner op zowel operationeel, tactisch als strategisch niveau.”

“We doen veel met cybersecurity. Dat was al belangrijk, maar dat wordt alleen nog maar belangrijker. De mate van digitale weerbaarheid varieert echter sterk tussen bedrijven. Terwijl grote ondernemingen vaak over de middelen en expertise beschikken om te investeren in cybersecurity, kunnen MKB-bedrijven kwetsbaarder zijn vanwege beperkte middelen. Ook worden de risico’s nog wel eens onderschat door MKB-bedrijven. Ook als het jou niet direct overkomt, word je er indirect wel door geraakt. Bedrijven zijn namelijk onderdeel van een grotere keten, een soort ecosysteem. Als jouw leverancier of jouw klanten worden geraakt door cybercriminaliteit, ondervind jij daar ook de gevolgen van.”

“De overheid en grote bedrijven zijn vaak al met dit onderwerp bezig, maar bij het MKB is nog veel te winnen. Een eerste stap is om eens een evaluatie van je cybersecurity te maken. Dat is een investering, maar slachtoffer worden van cybercriminaliteit kost je nog veel meer. Ten tweede, ga met je medewerkers in gesprek over hoe je de organisatie veilig houdt. En als derde, zorg minimaal voor een back-up en herstelplan. Zorg dat je de kritieke data die je iedere dag kan gebruiken, structureel beschermt.”

“Door grote bedrijven wordt al heel veel met AI gedaan. Veel MKB-bedrijven zijn zich nog niet bewust van de manier waarop AI data kan verwerken. Deze technologische ontwikkeling gaat zo snel, dat het veel winst kan opleveren. Tegelijkertijd moet je je ook bewust zijn van je eigen relevantie als bedrijf. AI-toepassingen kunnen er echt voor gaan zorgen dat je je bedrijfsvoering anders moet gaan inrichten, omdat je anders niet meer onderscheidend of relevant bent vergeleken met online toepassingen.”

“Grote bedrijven zijn vaak heel veerkrachtig, maar niet zo wendbaar. Zij hebben wel de financiële slagkracht om te investeren in het ontwikkelen van skills voor medewerkers. Dat is ook nodig, want je hebt geen garantie dat je de komende tien jaar hetzelfde werk kan blijven doen zonder je te blijven ontwikkelen. MKB-bedrijven zijn veel wendbaarder, maar minder veerkrachtig. Zij moeten zich daarom ook blijven aanpassen aan nieuwe situaties en nieuwe technologieën.”

“Als KPN vinden wij kennisdeling op het gebied van cybersecurity, maar ook bewustwording online erg belangrijk is. Bijvoorbeeld onze campagne ‘Stukje van mij’, in samenwerking met zangeres MEAU, waarmee we ouders en kinderen bewust willen maken van de gevaren online. Als je kijkt naar cybersecurity in het zakelijke werkveld zien we een kloof op dit gebied tussen de echt grote organisaties aan de ene kant, en kleine organisaties aan de andere kant. Wij zetten daarom ook in op educatie en bewustwording, bijvoorbeeld via het evenement NLSecureNL[ID], dat we ieder jaar organiseren. Hiermee brengen we de Nederlandse securitycommunity, bedrijfsleven en de overheid samen en stimuleren we kennisdeling.”

 

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Foto door Mike van Bemmelen. Bekijk hier de volledige uitgave!

Martijn van Pelt (46) is voorzitter van VNO-NCW Rijnland, vicevoorzitter van VNO-NCW West en directeur-eigenaar van Interpulse Automatisering, een IT-bedrijf met een kantoor in Leiden. “We helpen bedrijven en ondernemers met digitalisering in de breedste zin van het woord. Dat doen we enerzijds door digitale werkomgevingen in te richten waar medewerkers veilig en makkelijk kunnen samenwerken, en anderzijds door de ontwikkeling van innovatieve digitale platformen. Dat varieert van websites, portalen en apps tot koppelingsapplicaties en slimme toepassingen van AI en data.”

“Cybersecurity wordt alleen nog maar belangrijker. Als het gaat om bijvoorbeeld ransomware, onderschatten bedrijven vaak nog hoe makkelijk ze een doelwit kunnen worden. Het is eerder de vraag wanneer je iets overkomt, dan of je iets overkomt. Het gaat erom: wat doe je in zo’n situatie? Organisaties moeten voorbereid zijn, zodat de impact beperkt is bij een eventuele hack. Cyberweerbaarheid dus, daar zou de focus moeten liggen. Daarnaast denk ik dat AI en data de komende jaren veel impact gaan hebben. Tegenwoordig is generatieve AI, zoals ChatGPT, openbaar toegankelijk. Dat biedt veel kansen, maar er zijn ook risico’s. Het is niet de bedoeling dat algoritmes die op data werken, ongewenst hele databases openbaar maken. De data waar AI dus gebruik van maakt, moet je goed inregelen en toepassen. Dat vraagt om kennis en regie.”

“De overheid pakt deels al haar verantwoordelijkheid als het gaat om regelgeving rond digitale veiligheid, denk aan de GDPR en nu ook de NIS2 richtlijn. Als je gehackt wordt en er komen gegevens op straat te liggen, ben je zelf verantwoordelijk voor het feit dat je gehackt bent. Bovendien kunnen belanghebbenden je aansprakelijk stellen voor schade. Daar moeten ondernemers zich bewust van zijn; ze moeten aan de slag met bestaande wetgeving. Ik vond het ook opvallend hoe snel de AI Act op Europees niveau werd aangenomen. Men had dus toch wel door dat er kaders nodig waren.”

“Het is daarom ook goed om je te oriënteren op technologische ontwikkelingen en mogelijke risico’s. Bewustwording speelt daarbij een grote rol. Wij spreken over digitale hygiëne: de basis moet op orde zijn. Op de website van het Nationaal Cybersecurity Centrum, van het ministerie van Justitie & Veiligheid, staan een aantal basismaatregelen om op te volgen. Neem die checklist gewoon door en kijk hoe ver je bent. Soms heb je al best wat zaken goed geregeld, maar je moet de basis echt op orde hebben. Anders kan je nalatigheid worden verweten. Je kan veel uitbesteden, maar neem wel zelf de verantwoordelijkheid op strategisch niveau.”

“Het verschilt hoe goed veel bedrijven al zijn voorbereid. Sommige bedrijven hebben een eigen IT-afdeling, maar veel MKB-bedrijven hebben daar niet de capaciteit voor. IT-bedrijven kunnen dan vaak snel en eenvoudig hulp bieden. Toch zijn er nog veel organisaties waar de beveiliging niet op orde is. Dat kan echt niet meer tegenwoordig. Als je veel met data werkt, zul je dat ook goed moeten beveiligen. Investeer in het bewustzijn en de digitale vaardigheden van je medewerkers, zodat je hen ook actief hierin meeneemt. Zij spelen een belangrijke rol in je informatiebeveiliging en daarmee in je cyberweerbaarheid.”

 

Dit is een artikel uit de laatste editie van ons magazine. Foto door Michel Porro. Bekijk hier de volledige uitgave!

Dave Maasland (33) is CEO voor ESET in Nederland, één van de grootste digitale beveiligingsbedrijven ter wereld. Sinds kort is hij ook bestuurslid van VNO-NCW regio Rotterdam. Als  ‘cybermannetje’ is hij regelmatig te zien op televisie bij Vandaag Inside, maar ook in ons magazine deelt hij graag zijn kennis.

Dave is verantwoordelijk voor de Nederlandse strategie en operatie van ESET. “We zijn een missiegedreven onderneming en beseffen dat ons verdienmodel is gebaseerd op het tegengaan van criminaliteit. Dat geeft een verantwoordelijkheid om wat terug te geven op gebied van kennis en educatie. Daarom ondernemen we ook veel maatschappelijke activiteiten.”

Wat is de grootste digitale bedreiging voor ondernemers?

Dat gaat om cyberrisico’s die een directe bedreiging vormen voor de missie van een onderneming. Dat is dus voor ieder bedrijf anders: een ziekenhuis wil bijvoorbeeld goede zorg verlenen, maar kent een groot risico op verstoring van systemen, bijvoorbeeld door gijzelsoftware. In het ergste geval kan je dan dagenlang geen zorg verlenen. Cyberrisico’s gaan dus niet meer om een computervirus of het verliezen van geld, maar bedreigen de capaciteit van een bedrijf om diens core business te vervullen. Elk bedrijf moet daarom weten wat zijn missie is en wat de risico’s daarbij zijn.

Is de digitale veiligheid van bedrijven al op orde?

Als we spreken over digitale veiligheid, gaat het om het voorkomen van een incident. Daar is de laatste jaren veel aandacht op gevestigd en veel ondernemers hebben al geïnvesteerd in bedrijven die hen daarmee helpen. Het gaat ons echter om digitale weerbaarheid: ieder bedrijf maakt wel eens een foutje, waardoor een gat in je verdediging ontstaat. Dat gat wordt sowieso gevonden door cybercriminelen. Het gaat er dan om: hoe weet je de impact daarvan te minimaliseren en je digitale brandje zo snel mogelijk te blussen? Daar is nog veel winst te behalen. Veel bedrijven zijn goed voorbereid op een fysieke brand, maar hebben niet nagedacht over wat ze moeten doen bij een digitaal brandje.

Hoe zet je daar als ondernemer een eerste stap in?

Elke ondernemer zou moeten starten met het opstellen van verschillende scenario’s: wat doe je als er een incident is waardoor je niet je missie kan volbrengen? Ga je bijvoorbeeld betalen als je data wordt gegijzeld, hoe lang kun je zonder je systemen? Zulke vragen moet je beantwoorden door op papier te zetten welke stappen je zet bij een incident. Het helpt echt als dat vanuit de ondernemer zelf komt.

Welke technologische ontwikkelingen gaan de komende jaren de meeste impact hebben?

Het gaat om snelheid: hoe wendbaar ben je en hoe snel kan je je aanpassen aan een nieuwe situatie? Onderliggende technologie van veranderingen kan een risico zijn. Maar het is cruciaal om de organisatie zodanig in te richten dat je je snel kan aanpassen. AI gaat de komende jaren bijvoorbeeld echt een superkracht worden. Bedreigingen als phishing en neptelefoontjes worden allemaal nog veel beter en persoonlijker gemaakt. Aan de andere kant kun je met AI administratief werk automatiseren, specialisten creëren, sneller je digitale verdediging op orde te hebben. Er zitten dus twee kanten aan. Binnen je organisatie moet je één of meerdere personen verantwoordelijk maken voor de omgang met nieuwe technologieën, waarbij je kijkt naar kansen én risico’s.

Welk advies zou je ondernemers mee willen geven als het gaat om digitale veiligheid?

Laat je niet ontmoedigen door alles wat je leest in de media! Het gaat erom dat je de risico’s zo klein mogelijk maakt door verschillende maatregelen te nemen, dat is echt een haalbare kaart. Je moet niet denken vanuit veiligheid, maar vanuit weerbaarheid. Grotere ondernemingen kunnen bestaande frameworks en blauwdrukken gebruiken, zoals een ISO-standaard of NIST-framework. Kleinere ondernemingen moeten in gesprek gaan met hun externe IT-bedrijven, om scenario’s uit te denken en te kijken hoe je de impact daarvan kan minimaliseren.

Snap je dat ondernemers denken: moet ik me hier nou óók al mee bezighouden?

Dat begrijp ik heel goed; cybersecurity is te lang verkocht als iets wat vervelend is, maar er simpelweg bij hoort. Maar het zit eigenlijk zo: als je een snelle auto hebt, is een rem in je auto wel zo handig. Als je rem werkt, kun je met vertrouwen hard rijden. Max Verstappen gaat ook niet zonder rem in zijn auto 300 kilometer per uur rijden. Cybersecurity is als een goede rem die ervoor zorgt dat je bedrijf vol gas kan groeien. Pas als het lukt om er op die manier naar te kijken, gaan ook kleinere ondernemers er graag mee aan de slag.

Hoe brengen we die verandering tot stand?

Het begint met een zaadje planten bij mensen, dat cybersecurity kansen biedt. Er zijn genoeg voorbeelden van bedrijven die innoveren met technologie. Dan zijn er ook klanten of partners die vragen hebben over de veiligheid. Als je met vertrouwen kan zeggen dat de veiligheid op orde is, kan je doorpakken. Anders blijven er twijfels bestaan over de veiligheid of de privacy.

Daar noem je een interessant punt. Wat is de rol van privacy hierin?

Privacy wordt steeds meer een discussie die we vooraf gaan voeren, in plaats van achteraf. Veel bedrijven hebben aan de voorkant al de privacyregels geborgd. Natuurlijk kunnen er incidenten plaatsvinden, maar het gaat erom dat je goed hebt nagedacht over de manier waarop je privacy beschermt. Ik denk dat dat juist nu, in een onzekere tijd, belangrijk is: mensen hechten waarde aan dat waar ze nog wel invloed op hebben, hun eigen identiteit. Privacy moet daarom onderdeel zijn van de basis, net als veiligheid.

Wat is je oproep aan ondernemers?

Blijf ondernemen! Digitaal veilig ondernemen is ook een vorm van duurzaam ondernemen. Als je cybersecurity op orde is, ben je ook op de lange termijn een betrouwbare partner richting andere bedrijven of klanten. Ondernemers zijn geweldig in het zien van kansen, en ik denk dat digitale weerbaarheid ook een kans is.

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Foto door Marlies Hofstede. Bekijk hier de volledige uitgave!

Wanneer ik deze column schrijf, worden de eerste stappen richting een ‘programkabinet’ gezet. Dat kabinet moet zich ervan bewust zijn dat stabiel en betrouwbaar regeringsbeleid geen luxe, maar een absolute noodzaak is voor het ondernemerschap in ons land. Uit de Nationale Peiling Ondernemersklimaat bleek in februari dat 82 procent van de ondernemers in Noord- en Zuid-Holland ontevreden is over de betrouwbaarheid en stabiliteit van politiek en bestuur in Nederland. Dit is een directe oproep aan Den Haag om wakker te worden en actie te ondernemen.

Uit deze peiling bleek ook dat het ondernemingsklimaat sterk onder druk staat. Bijna de helft van de ondernemers in onze regio vindt Nederland geen aantrekkelijk land om in te ondernemen. Inmiddels overweegt bijna een kwart van de bedrijven een (gedeeltelijk) vertrek uit Nederland. Laat dat een wake-up call zijn! Het is tijd voor de politiek om te bewijzen dat zij het bedrijfsleven serieus neemt, door concrete maatregelen te nemen die niet alleen de huidige uitdagingen aanpakken, maar ook een visie voor de toekomst bieden.

De noodzaak voor een proactieve benadering is duidelijk. De afgelopen periode konden we meerdere keren lezen dat de regering zich sterk maakt voor het behouden van bedrijven in Nederland. Voorbeelden zoals DSM, Shell en Philips, die nu deels in landen als Thailand, Engeland en Zwitserland zijn gevestigd, illustreren een pijnlijk verlies voor onze economie. Daarnaast kiezen steeds meer bedrijven ervoor om buiten Nederland te investeren in innovatie. Dat één op de vier ondernemers in de genoemde peiling aangeeft de komende 12 maanden niet (meer) te zullen investeren in Nederland, is een aanslag op ons collectieve verdienvermogen. Het is de hoogste tijd dat de overheid ruimte schept voor ondernemingen om te investeren, te groeien en bij te dragen aan een duurzame en welvarende toekomst voor Nederland. Dit vereist een daadkrachtige aanpak die verder kijkt dan de dagelijkse politieke strijd en zich richt op de langetermijnbelangen van het land.

Dat de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds op losse poten staat, is dan ook zorgelijk. Dit fonds speelt een essentiële rol in het versterken van het innovatie- en vestigingsklimaat in Nederland. Zonder investeringen in innovatie komt de economie van morgen onder druk te staan en komt de energietransitie in gevaar. Mijn oproep aan de politiek is niet alleen dringend, maar ook motiverend: stop met aarzelen en kom in actie. Creëer een klimaat waarin ondernemers de vrijheid en ondersteuning voelen om te innoveren. Ons land verdient een politiek die vooruitkijkt, die barrières slecht en die de weg vrijmaakt voor ondernemers om te doen waar ze het beste in zijn: ondernemen. Dit is niet het moment voor halfslachtige maatregelen. Het is tijd voor vastberaden en doortastend beleid dat onze economische toekomst veiligstelt.

Marck Hagen,
Voorzitter VNO-NCW West

 

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Foto door Ronald Wilfred Jansen. Bekijk hier de volledige uitgave!

In een tijd waarin de urgentie van klimaatverandering en luchtvervuiling steeds duidelijker wordt, zet een aantal grote gemeenten een stap richting een duurzamere toekomst. Vanaf 2025 krijgen gemeenten in Nederland de mogelijkheid om zogeheten zero-emissiezones, of ZE-zones, in te stellen. Deze zones zijn belangrijk voor de transitie naar duurzame stadslogistiek en dragen bij aan de overgang naar schonere vormen van transport.

Invoering van ZE-zones

Op 5 oktober 2020 stuurde toenmalig staatssecretaris Van Veldhoven een Kamerbrief waarin werd omschreven hoe de beloftes van het Klimaatakkoord van 2018, om in 30 tot 40 grotere steden ZE-zones te introduceren, zouden worden uitgewerkt. Hieraan werden drie basiseisen gesteld; zwaardere bedrijfsvoertuigen die vanaf 2025 een kenteken krijgen mogen niet meer de ZE-zone in als deze schadelijke stoffen uitstoten, hetzelfde geldt voor alle zware bedrijfsvoertuigen vanaf 2030, en een ZE-zone moet minimaal vier jaar voorafgaand aan de ingang worden aangekondigd. De invoering van ZE-zones markeert een belangrijk punt in de Nederlandse inspanningen om de CO2-uitstoot te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Deze stap is niet alleen gericht op het verminderen van de impact van transport op het milieu, maar ook op het stimuleren van innovatie in de auto-industrie en het creëren van schonere en gezondere stedelijke omgevingen. In Noord- en Zuid-Holland, twee van de dichtstbevolkte provincies van Nederland, is deze transitie al helemaal voelbaar. Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Hilversum, Zaanstad, Alphen aan den Rijn, Delft, Den Haag, Dordrecht, Gouda, Leiden en Rotterdam behoren tot de gemeenten die hebben besloten om een ZE-zone in te voeren. Ben je ondernemer en kom je met je bestelbus of vrachtwagen wel eens in één of meerdere van deze gemeenten? Kijk dan snel op www.opwegnaarzes.nl voor de relevante regels en om de kentekencheck te doen.

Onze standpunten

De onvermijdelijke overgang naar duurzame stadslogistiek, en daarmee de invoer van ZE-zones, brengt zowel uitdagingen als kansen met zich mee voor bedrijven. Voor sommige ondernemers is het dé kans om van de nieuwe situatie een bedrijfsmodel te maken. De invoer van ZE-zones vraagt namelijk niet alleen van ondernemers om schonere voertuigen aan te schaffen, maar ook om naar de efficiëntie van de gereden kilometers te kijken. Zo hoeft het gehele wagenpark in veel gevallen niet één-op-één te worden geëlektrificeerd, maar kunnen er bijvoorbeeld oplossingen worden gevonden in het bundelen van leveringen, cargo-bikes of het gebruik van mobility-hubs aan de randen van de steden.

Volgens VNO-NCW West kan dit echter alleen als er wordt voldaan aan een aantal randvoorwaarden.

  • Zo is het essentieel dat de ZE-zone op tijd is aangekondigd, zoals dat ook in de basiseisen is bepaald. Op die manier krijgen ondernemers genoeg tijd om hierop in te spelen en een langetermijnplanning te maken om hun bedrijfsvoering en wagenpark aan te passen.
  • Verder moeten gemeenten zich voldoende inspannen in hun communicatie naar ondernemers in hun gemeente, maar ook daarbuiten. Ondernemen stopt per slot van rekening niet bij de stadsgrens.
  • Voldoende ruimte voor bedrijvigheid is essentieel als we het hebben over het gebruik van mobility-hubs. Deze hubs moeten ergens aan de rand van de stad een plek krijgen om hun belangrijke rol te kunnen vervullen.
  • Er moeten voldoende uitstootvrije en redelijkerwijs betaalbare voertuigen zijn om de steden wel mee in te kunnen.
  • Verder moet er ook voldoende mogelijkheid zijn om de ZE-voertuigen op te laden, zowel in het aantal laadpalen als ruimte op het stroomnet.

Wij zitten constructief in de wedstrijd en willen dat de ZE-zones slagen. Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven en zeggen: ‘wat niet kan, kan simpelweg niet’.

Tot slot is het essentieel om de voorlopers gemotiveerd te houden en ervoor te zorgen dat de ondernemers die nu koplopers zijn, dat ook blijven. Dit kan enkel als de gemeentelijke besturen en de Rijksoverheid zich opstellen als een betrouwbare partner waarmee zaken kan worden gedaan. Dit betekent aan de ene kant dat de gemeenten niet af moeten wijken van eerdere gemaakte afspraken over invoeringsvoorwaarden van de ZE-zones, zodat ondernemers weten wat ze kunnen verwachten en treuzelen niet wordt beloond. Aan de andere kant betekent dit dat ook hier aan randvoorwaarden moet zijn voldaan. Het meest prangende voorbeeld hiervan is de problematiek rondom het C-rijbewijs, waarbij door het extra gewicht van de accupakketten in elektrische busjes, een vrachtwagenrijbewijs nodig is om een elektrisch busje te besturen, terwijl dit voorheen altijd mogelijk was met een gewoon autorijbewijs.

Onze inzet

VNO-NCW West is in diverse regio’s vanaf het begin betrokken als convenantpartner om ervoor te zorgen dat ondernemers krijgen wat ze nodig zullen hebben om de overstap te maken richting duurzame stadslogistiek. Zo zorgen wij ervoor dat de signalen vanuit onze achterban achter de schermen bij wethouders en beleidsmedewerkers terecht komen, maar proberen wij ook de ondernemers te informeren over wat hen te wachten staat en wat voor mogelijkheden er zijn.

Zo denken wij mee over alternatieven op de huidige bedrijfsvoering. Denk hierbij aan een zeer succesvolle pilot in Leiden waarin de nalevering van de horeca gebundeld wordt, waardoor het aantal ritten hiervoor met een factor 4 vermindert. Ook denken wij mee met de organisatie van evenementen als Plug-In010, waar je verschillende ZE-voertuigen kunt bewonderen en in gesprek kunt gaan met ondernemers die dezelfde soort problemen hebben moeten overbruggen. Daarnaast pleiten wij in het openbaar voor het belang van de ondernemer, zoals met onze oproep over de problematiek rondom het vereiste C-rijbewijs.

De introductie van zero-emissiezones biedt ondernemers dus uitdagingen, maar ook kansen voor duurzamere stadslogistiek. Een succesvolle transitie vereist tijdige ondersteuning en praktische oplossingen voor een soepele overgang.

Voor meer informatie kun je hier klikken! Mocht je nog verdere vragen hebben of input willen leveren, mail dan naar yska@vno-ncwwest.nl

 

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Foto door Richard Rood. Bekijk hier de volledige uitgave!

Op donderdag 15 februari vond de presentatie van het nieuwe bestuur van VNO-NCW Noordwest-Holland plaats bij Bejo Zaden in Warmenhuizen. Een mooie bijeenkomst bij een innovatief bedrijf, dat een nieuwe start voor de lokale kring van VNO-NCW West markeerde.

Een maand eerder, op een waterkoude donderdagochtend, komen de nieuwe bestuursleden van Noordwest-Holland bijeen in de Victory Building in Alkmaar. Al eerder maakten de vijf bestuursleden met elkaar kennis, maar vandaag vindt onder leiding van de nieuwe voorzitter Hans Huibers ook de eerste vergadering al plaats. Zo worden de eerste lijnen uitgezet rondom taakverdeling, te ondernemen acties en de evenementen voor komend jaar.

Duidelijk is dat de nieuwe bestuursleden er zin in hebben en al concrete plannen hebben. “Ik vind dat we ons netwerk moeten uitbouwen. Ook door samen te werken met regionale en lokale ondernemersverenigingen”, noemt Hans. Hij weet als voormalig voorzitter van de Westfriese bedrijvengroep waar hij het over heeft. Maar ook was hij directeur van de MBO Raad, is hij Tweede Kamerlid namens en partijvoorzitter van het CDA geweest en was hij tien jaar werkzaam in de voedingsmiddelenindustrie. Daarmee heeft hij ervaring in zowel het bedrijfsleven, het onderwijs als de politiek.

Familiebedrijven

Na de vergadering worden portret- en groepsfoto’s gemaakt. Beneden in het kantoorgebouw van Sophista fusies & overnames, waar de nieuwe vicevoorzitter Pieter van den Berg werkzaam is, bevindt zich een fotogenieke plek. “Toen ik in 1995 als ondernemer begon, ben ik ook lid geworden van Jong Management”, vertelt Pieter ondertussen. “Sinds 2 jaar ben ik ook weer actiever bij VNO-NCW West, bijvoorbeeld via de DGA-tafels vorig jaar. En nu dus in deze rol! Ons bedrijf is veel bezig met transacties van familiebedrijven, dus ik hoop ervoor te kunnen zorgen dat ook die specifieke dynamiek wordt gezien in de regio”, stelt hij.

Bestuurslid Peter de Graaf runt ook een familiebedrijf. “Samen met mijn broer ben ik eigenaar van De Graaf Groep. Mijn twee zoons werken sinds kort ook in het bedrijf en de dochter van mijn broer komt er binnenkort ook bij. Dat is heel leuk!” Peter was in het verleden ook actief bij een DGA-tafel van VNO-NCW West en was bestuurslid van de Purmerendse Ondernemersvereniging. Hij kent de problemen waar ondernemers tegenaan lopen dan ook goed. “Wij hebben zelf bijvoorbeeld ook grond, maar we kunnen onze plannen niet doorzetten omdat er niet voldoende stroom is. We zijn constant aan het bijsturen; dat is vervelend voor ons bedrijf omdat het de groei tegenhoudt en extra geld kost.”

Elke regio telt!

Precies vier weken later is de temperatuur al wat hoger, op het grote terrein van Bejo Zaden in Warmenhuizen. De vele aanwezigen verzamelen zich in de barzaal van het bedrijf, waar Kees Mosch iedereen welkom heet. Vervolgens is het woord aan Hans om het bestuur en hun plannen te introduceren. Hij benadrukt dat de uitdagingen die er zijn, zich niet aan bestuurlijke grenzen houden. “Ook bij de Regio Deals zie je dat er niet langer keuzes worden gemaakt tussen verschillende gebieden, maar elke regio telt!”, is Hans’ overtuiging. Ook stelt hij de andere nieuwe bestuursleden voor: naast Pieter en Peter zijn dat Cindy Broersen en Sjoerd Endel.

“Ik ben Directeur Bedrijfsvoering bij Breedweer, een bedrijf in Heerhugowaard dat Impact verkoopt door middel van facilitaire dienstverlening. Onze organisatie is al langer lid van VNO-NCW West, maar sinds kort heb ik het stokje overgenomen van mijn collega Jack Stuifbergen”, legt Cindy uit. Sjoerd heeft twee ondernemingen. De eerste is Nautilus Eco-Solutions, een bedrijf dat actief is op het gebied van duurzame oplossingen in weg- en waterbouw. “Met onze producten beschermen we op een ecologische en duurzame manier de grens van land en water, ook creëren we drijvende vegetaties op het water”, vertelt hij. Zijn andere bedrijf, Eco-Well, legt verticale aardwarmtesystemen aan.

Grootschalig en innovatief

Na de introductie van het nieuwe bestuur is het tijd om afscheid te nemen van Jeroen Veerman. Hij is de afgelopen 12 jaar bestuurslid geweest van VNO-NCW Noordwest-Holland, waarvan de laatste jaren als voorzitter. “Namens de hele vereniging willen we je hartelijk bedanken voor je jarenlange inzet voor VNO-NCW in de regio”, zo spreekt Marck Hagen, voorzitter van VNO-NCW West, Jeroen toe. “Met name op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt, jouw expertise, ben je zeer actief geweest”, aldus Marck. In zijn dankwoord laat Jeroen weten dat hij trots is op de ontluikende samenwerking in de regio en dat hij natuurlijk betrokken blijft bij de vereniging.

Na deze verenigingsaangelegenheden is het aan Mirjam Both om uitleg te geven over de werkzaamheden van Bejo Zaden. Dit bedrijf is met 2200 medewerkers wereldwijd actief in 31 landen. “Wij houden ons bezig met zowel de veredeling, productie als verkoop van zaden. Dat doen we grootschalig én innovatief!” Na een filmpje is het tijd voor de rondleiding, waar slechts een uurtje tijd voor is. Met zo’n enorme fabriek blijkt dat best een uitdaging, maar toch krijgen de aanwezigen in kleine groepjes alle facetten van het bedrijf te zien: onderzoeken, sorteren, maar ook opslaan en verpakken.

Vervolgens is het tijd voor de borrel, waar ook John-Pieter Schipper, CEO van Bejo Zaden, de aanwezigen meeneemt in kwesties waar het bedrijf tegenaan loopt. “Slechte bereikbaarheid, personeelstekort, weinig woningbouw, netcongestie: het zijn bekende problemen, waar ook wij mee te maken hebben.” Een herkenbaar verhaal voor de vele aanwezige ondernemers, waar ook Hans Huibers op reageert. “Wij zijn een bovenregionale ondernemersvereniging met lijntjes richting Den Haag en Brussel. Dat is de unieke kracht van VNO-NCW en daar maken we zeker gebruik van. Samen zorgen we ervoor dat het ondernemersgeluid niet alleen in de regio, maar ook in de politiek wordt gehoord!” Deze middag tekent dan ook niet alleen een zeer geslaagde start van het nieuwe bestuur, maar vooral de mooie toekomst die voor VNO-NCW Noordwest-Holland in het verschiet ligt!

Verder kennismaken met de nieuwe bestuursleden? Klik hier!

 

De renovatie van de Van Brienenoordbrug kan niet wachten. VNO-NCW West en VNO-NCW Brabant Zeeland roepen Rijkswaterstaat en de politiek dan ook op direct in actie te komen. Net nadat Rijkswaterstaat in januari aankondigde de renovatie van de brug met vier jaar uit te stellen omdat de huidige aanpak te grote risico’s met zich zou meebrengen en te duur zou zijn, is een grote scheur ontdekt. Dat betekent dat storingen en afsluitingen de komende tijd vaker kunnen voorkomen. Het uitstellen van onderhoud betekent dat de brug de komende jaren gevoeliger is voor storingen en andere vormen van verkeershinder.

Rogier Krabbendam, Directeur Public Affairs van VNO-NCW West: “Investeringen in infrastructuur zijn de komende jaren noodzakelijk om de bereikbaarheid op niveau te houden. Dat zien we ook bij de Van Brienenoordbrug, waarvan het wegvallen zou leiden tot enorme problemen. Deze casus is exemplarisch voor de enorme uitdagingen waar we mee te maken hebben. Goede bereikbaarheid is een essentiële voorwaarde voor een optimaal vestigingsklimaat en van levensbelang voor ondernemers. Zowel de bereikbaarheid van bedrijven zelf, als de infrastructuur die vervoer en logistiek mogelijk maakt, zijn cruciaal om het verdienvermogen in Nederland op peil te houden.”

Van Brienenoordbrug van levensbelang
Voor Zeeland en (West-)Brabant en verder zijn goede noord-zuidverbindingen van levensbelang, net als voor het verkeer van, naar en rondom Rotterdam. De Van Brienenoordbrug is daar een wezenlijk onderdeel van. Voor bedrijven met werknemers of vrachtwagens die dagelijks deze noord-zuidverbinding gebruiken is deze brug dus van levensbelang.

Ronald Wielemaker, bestuurslid VNO-NCW Zeeland en portefeuillehouder infra: “De suggestie wordt gewekt dat onderhoud afhankelijk wordt gesteld van budgettaire ruimte. Dat is een wonderlijke gedachtegang en dat kan natuurlijk niet. Noodzakelijk onderhoud aan cruciale infrastructuur moet altijd plaatsvinden. Altijd. Nederland heeft een naam hoog te houden op het gebied van goede infrastructuur, maar stikstofperikelen die aanleg van nieuwe wegen in de weg staan en vervolgens gedoe over tekortschietend budget voor noodzakelijk onderhoud doet daar ernstig afbreuk aan.”

Van Brienenoordbrug staat symbool voor enorme onderhoudsopgave
In de komende jaren is er sprake van een enorme onderhoudsopgave in Zuid-Holland: veel tunnels, bruggen en viaducten moeten gerenoveerd of vervangen worden. De Van Brienenoordbrug in Rotterdam is er daar één van en staat symbool voor de enorme uitdagingen. Het is dan ook nodig om een duidelijke planning aan te houden, zodat grootschalige projecten, waarvan de overlast elkaar versterkt, zo min mogelijk samenvallen. Het Nederlandse wegennet behoort tot de drukste van Europa; het wegvallen van één of meerdere routes kan daarom tot grote problemen in de hele stad en regio leiden.

 

Evofenedex, Transport en Logistiek Nederland en VNO-NCW West roepen op een tot informatiecampagne over het verlagen van de doorrijhoogte van de Maastunnel. De Gemeente Rotterdam is opgeroepen door de Adviesgroep Stadslogistiek Rotterdam, waar VNO-NCW regio Rotterdam in vertegenwoordigd is, om voorlopig af te zien van het verlagen van de maximale doorrijhoogte van de Maastunnel naar 3,9 meter. Opwaaiende dekzeilen, buitenlandse vrachtwagenchauffeurs die niet bekend zijn met Rotterdam, het blijvend hoge aantal hoogtemeldingen in de Maastunnel sinds de renovatie kan verschillende oorzaken hebben. In plaats van de verlaging wordt geadviseerd om eerst een uitgebreide informatiecampagne op te zetten om bewustwording te vergroten onder vervoerders en verladers. Lees meer over onze inzet in dit artikel.

Sinds kort is Karima el Bouchtaoui bestuurslid van VNO-NCW regio Den Haag. Graag stellen we haar aan jullie voor!

“Ik ben Karima el Bouchtaoui, 45 jaar oud en ik woon in Voorburg. Mijn bedrijf, Ocullus, werkt door heel Nederland, maar ons kantoor zit in Den Haag. Zelf ben ik van Marokkaanse afkomst: ik ben in Marokko geboren en in Nederland opgegroeid. Mensen zagen mij van jongs af aan daarom vaak als ‘anders’, dat heeft er ook mede toe geleid dat ik dit werk ben gaan doe. Ik merkte zelf namelijk dat ik harder moest werken om mezelf te bewijzen. Daarom wil ik er met mijn werk nu voor zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft op de arbeidsmarkt. Wij werken met wetenschappelijke methoden wat betreft objectieve werving en selectie. We geven ook trainingen hoe je concreet op een andere manier mensen kan werven en anders kan kijken naar de wereld om je heen, zoals de training Objectief werven en selecteren of de training Inclusief Leiderschap. Via objectieve werving zet je je eigen vooroordelen buitenspel. Naast trainingen doen wij aan werving en selectie. Wij werven zonder cv en motivatiebrief en kijken naar iemands competenties, wat echt een andere manier is. Daardoor kun je veel succesvoller kandidaten selecteren.”

“Ik ben nu zo’n anderhalf jaar lid van VNO-NCW West en heb ook meegeholpen met het organiseren van een bijeenkomst op Diversity Day afgelopen jaar. De aandacht voor dat onderwerp is nog niet enorm groot bij ondernemers, maar het is wel enorm belangrijk! Ik wil me daarom binnen het bestuur van VNO-NCW regio Den Haag inzetten om dit onderwerp meer aandacht te geven en concrete zaken met ondernemers te delen waar zij mee aan de slag kunnen. Veel ondernemers snakken naar personeel, maar zoeken niet naar nieuwe manieren om mensen te werven. Door anders te werken, zoals door te werven middels competenties, krijg je ook een ander resultaat. We moeten zaken als diversiteit en inclusie veel meer aandacht geven, omdat het nog te weinig als een kans wordt gezien. Dat de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie onlangs is weggestemd in de Eerste Kamer, vond ik heel jammer. Het implementeren van andere werkwijzen kost natuurlijk tijd, maar het levert uiteindelijk veel meer op!” 

“Ik zou iedere ondernemer aanraden om lid te worden van VNO-NCW West, omdat het een breed en divers ondernemersnetwerk is. Daarnaast levert het kennis op over actuele ontwikkelingen. Zo organiseerde onze kring laatst een bijeenkomst over hoe je AI kan gebruiken in de marketing van je bedrijf. Het is enorm waardevol om kennis en inzichten te delen met gelijkgestemde ondernemers, omdat je elkaar echt kan inspireren en helpen. De ondernemerstafels van VNO-NCW West vind ik daarom ook echt een toegevoegde waarde: het breidt je netwerk uit, het levert kennis op en het is ook vooral heel leuk om al die ondernemers te ontmoeten!”

Met dit logo kun je anderen laten zien dat je trots lid bent van hét ondernemersnetwerk in Noord- en Zuid-Holland en dat ook jij je hard maakt voor een sterk ondernemersklimaat in onze regio. Je kunt het logo op je website plaatsen mét een link naar www.vno-ncwwest.nl. Daarmee help je ons met het vergroten van ons bereik en versterken van ons netwerk. Download het logo door hier te klikken!