Terwijl storm Ciarán buiten hard tekeergaat, komt er op donderdagmiddag 2 november toch bijna 100 man letterlijk aanwaaien bij VanderHelm bedrijven in Berkel en Rodenrijs. Nadat iedereen koffie of thee en een koekje heeft kunnen pakken maant Gijs van der Helm, eigenaar van het bedrijf en voorzitter van VNO-NCW Oostland, alle aanwezigen richting de stoelen voor het podium. Stipt om 16.30 uur heeft iedereen een plaats ingenomen en introduceert deze ondernemer de bijeenkomst.
VNO-NCW Oostland heeft dit jaar als doel om meer samen te werken met lokale ondernemersverenigingen, waarvan het evenement vandaag met de ondernemersverenigingen van Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp een eerste voorbeeld is. “Ik ben blij dat zoveel van jullie de storm hebben getrotseerd”, zegt Gijs dan ook trots. Vervolgens kan hij weer plaatsnemen op zijn stoel wanneer Jan Dirk Stouten het podium opklimt.
De regionaal bekende presentator die onder meer sportverslaggeving doet, is vandaag moderator tijdens een gesprek over leiderschap. Daarover interviewt hij Kees Jansma, die jarenlang voetbaljournalist was en later de rol van perschef vervulde bij het Nederlands elftal. Om te beginnen legt hij Jansma een aantal stellingen voor over onder meer Louis van Gaal, media en journalistiek, waarna het gesprek al snel op gang komt.
Op de werkvloer
Als eerste praten ze over het grensoverschrijdend gedrag van leidende figuren in de media die afgelopen tijd veelvuldig aan het licht kwamen, bijvoorbeeld bij Studio Sport waar Jansma 25 jaar geleden ook actief was. “Er wordt nu echt iets anders verwacht van leiderschap op de werkvloer. Wat 30 jaar geleden geaccepteerd was, ligt nu gevoeliger. Dat vraagt iets anders van leidende figuren. Maar we moeten ook niet iedereen meteen cancelen na een paar kritische opmerkingen over diens functioneren: je kan beter het gesprek aangaan dan anoniem je beklag doen”, stelt Jansma.
Hij is zo eerlijk om toe te geven dat hijzelf als presentator misschien ook wel eens boos is geworden op medewerkers die dat niet als prettig hebben ervaren, terwijl hij zich daar destijds niet zo bewust van was. “In mijn tijd bleef je na een uitzending vaak ook hangen om met elkaar nog wat te eten of drinken. Dan kon je meningsverschillen op een goede manier uitpraten. Tegenwoordig zie ik veel redacteuren, maar ook analisten, meteen wegrijden na een uitzending. Als dat sociale contact wegvalt, heeft dat een negatieve invloed op de prestaties.”
Duidelijkheid en zelfvertrouwen
Jansma kan het weten. Hij was al een tijdje journalist toen hij in 1988 tijdens het EK voetbal definitief doorbrak. Hij deed verslag vanuit het trainingskamp van het Nederlands elftal en sliep zelfs met Oranje-spits Wim Kieft op de kamer. “Rinus Michels, de bondscoach op dat moment, was echt een baas. Autoritair, zoals Van Gaal ook was. Hij keek niet om naar spelers die geen rol speelden, alleen naar wie belangrijk was. Dat kun je als een minpunt zien. Tegelijkertijd was er wel duidelijkheid over welke rol spelers hadden. Dat vinden voetballers vaak wel fijn”, weet Jansma.
Jansma maakte een bijzondere carrièreswitch door van de ene kant van de tafel naar de andere kant te verplaatsen: van voetbaljournalist werd hij perschef bij Oranje. “Ik twijfelde zelf ook of dat een juiste stap was. Maar mijn vader vroeg: ‘vind je het leuk om te doen?’ Dat antwoord was ja, dus toen ben ik er voor gegaan.” De eerste periode, met een jonge Marco van Basten als bondscoach, vond hij het leukste. “De spelers vonden hem heel leuk en het was natuurlijk een grootheid als speler. Maar als coach vond hij zichzelf niet zo geschikt, en achteraf bleek dat misschien ook wel.”
Met Bert van Marwijk was dat anders; hij haalde zelfs de WK-finale met het Nederlands elftal. “Van Marwijk was gedegen, maar weinig avontuurlijk. Hij was wel een geweldige motivator. Toen we in de kwartfinale tijdens de rust met 1-0 achter stonden tegen Brazilië en 45 minuten lang waren weggevaagd, zei hij tegen de spelers: ‘gefeliciteerd. Wat zullen ze hiernaast in paniek zijn! Ze hadden het al lang moeten beslissen. Wij weten dat we dit toernooi maar één helft slecht zullen spelen, en die helft zit er nu op. We gaan nu weer naar buiten en wij gaan deze wedstrijd winnen!’ Dat was zo knap. In die paar minuten gaf hij de hele groep weer vertrouwen. Gewoon omdat hij als de baas een compleet natuurlijk zelfvertrouwen uitstraalde. Ook dat is leiderschap”, vindt Jansma.
Geloofwaardigheid en dankbaarheid
“Maar wat maakt een coach als Louis van Gaal dan zo goed?”, wil Jan Dirk Stouten weten. “Geloofwaardigheid”, zegt Jansma direct. “Door zijn kennis van zaken, zijn manier van doen, en zijn geloof in het behalen van succes wanneer de gemaakte afspraken worden nagekomen.” Naast geloofwaardigheid was ook duidelijkheid de kracht van Van Gaal. “Hij riep toen hij begon meteen Klaas-Jan Huntelaar en Robin van Persie bij zich, die elkaars concurrenten waren en daardoor onvriendelijk met elkaar omgingen. Van Gaal zei dat Huntelaar niet zou spelen, omdat Van Persie de eerste keuze was. Hij gaf Huntelaar de ruimte om een rol als reservespeler te accepteren, of om te vertrekken.” Huntelaar koos ervoor om zich in een rol als reserve te schikken. “Hij kreeg nu eindelijk duidelijkheid, die hij jarenlang niet had gehad. Dat was de kern van Louis’ leiderschap.”
Jansma heeft zelf ook ervaring als leidinggevende. Zo runde hij een groot televisie productiebedrijf, omdat hij vond dat grote bedrijven in die industrie te veel geld vroegen. “Samen met mijn compagnon hebben we 22 mensen bij elkaar gezocht en gezegd: wij denken dat we dit beter kunnen, door met elkaar gewoon keihard aan de bak te gaan.” Dat lukte, waarna het bedrijf voor een flink bedrag aan Reinout Oerlemans werd verkocht. “We hebben toen al die 22 medewerkers een flinke netto premie meegegeven, omdat deze deal zonder hen nooit tot stand was gekomen. Dankbaarheid tonen richting je mensen, vind ik erg belangrijk.”
Jansma kan nog uren doorpraten over zijn belevenissen, maar het uur zit erop en de aanwezige ondernemers in de zaal hebben ook nog enkele vragen over bijvoorbeeld het beleid bij voetbalclubs als FC Utrecht en Ajax. “Interne rust, duidelijkheid over wie de beslissingen neemt en de rijen gesloten houden naar buiten toe: daar draait het om in de sportwereld, maar eigenlijk ook bij reguliere bedrijven. Alleen bij een voetbalclub wordt iets minder goed nagedacht over het aantrekken van mensen dan bij andere organisaties”, besluit Jansma. Na nog een paar korte vragen sluit Stouten de bijeenkomst af en bedankt hij Jansma voor zijn inspirerende verhalen, waarna het tijd is voor de borrel.
De volledige fotoreportage is hier te bekijken.