Metropoolregio Amsterdam 9 oktober 2024
VNO-NCW Metropoolregio Amsterdam heeft met belangstelling de Ontwikkelstrategie 2035 van de Gemeente Amsterdam gelezen. Al eerder hebben wij benadrukt dat een aantrekkelijke stad niet alleen voldoende en betaalbare woonruimte moet bieden, maar ook gevarieerde en betaalbare bedrijfsruimtes. We zijn blij dat de ontwikkelstrategie het belang hiervan erkent, maar willen de gemeente oproepen ook echt actie te ondernemen. Als er een tekort blijft aan locaties, hebben ondernemers onvoldoende ruimte om zich te ontwikkelen. De toenemende ruimtedruk leidt tot verdringing van de verschillende activiteiten in de stad en daarmee ook tot een verstoorde stadsdynamiek.
Het is helder dat de ruimte die de circulaire economie gaat vragen, niet een plek kan krijgen in bestaande woonbuurten en op bestaande bedrijventerreinen, aldus de Ontwikkelstrategie. Het zou verstandig zijn als de Gemeente Amsterdam hier wel een uitgebreider plan op formuleert. VNO-NCW MRA vraagt in het bijzonder aandacht voor de behoefte aan ruimte op bedrijventerreinen voor de circulaire economie en voor het creëren van (bouw)logistieke zero-emissie hubs t.g.v. de invoering van zero-emissie zones vanaf 1 januari 2025. Op de werklocaties wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan belangrijke maatschappelijke en economische transities, zoals de energietransitie, de mobiliteitstransitie (zero-emissie stadslogistiek) en de transitie naar een circulaire economie.
Deze Ontwikkelstrategie 2035 zou niet alleen om de bouw van nieuwe woningen gaan, maar VNO-NCW MRA mist de noodzakelijke extra ruimtereservering voor stadsverzorgende bedrijven. Natuurlijk is er veel mogelijk met intensiever gebruik van bedrijfsruimte of het opzetten van bedrijfsverzamelgebouwen, maar niet alle stadsverzorgende activiteiten op bedrijventerreinen zijn daar geschikt voor. Onder andere om die reden is er aanpassing nodig van de huidige transformatieplannen. De gemeente zal bedrijven moeten helpen om op sommige terreinen hun vestiging te behouden of om in de toekomst de activiteiten voort te kunnen zetten.
