u
2 mei 2024

Uit ons magazine: Europese kansen voor ondernemers

 

Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Bekijk hier de volledige uitgave!

Op donderdag 6 juni gaan we naar de stembus om de Nederlandse vertegenwoordigers in het Europees Parlement te kiezen. Wij spraken met drie kandidaten voor deze verkiezingen. Wat kunnen zij in Brussel voor ondernemers gaan betekenen?

“Europa is geen ver-van-je-bed-show”

Jeannette Baljeu (56) is gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland met onder meer luchtvaart en de transitie van haven en industrie in haar portefeuille. Eerder was zij wethouder van Rotterdam en binnenkort misschien wel Europarlementariër: ze staat op plaats 3 van de kandidatenlijst van de VVD voor de Europese verkiezingen. “Ik wist op jongere leeftijd al dat ik eens naar ‘Brussel’ wilde, maar de ervaring die ik de afgelopen jaren in de lokale en provinciale politiek heb opgebouwd maakt het mogelijk om daar van waarde te zijn. Ik heb ook in die rollen veel met Europa te makken gehad, bijvoorbeeld rondom het industriebeleid waar ik namens de regio’s als rapporteur optrad, en waterstof. Ik ben dan ook blij dat ik al die ervaring nu mee kan nemen richting het Europees Parlement. De komende jaren blijf ik zoveel mogelijk hier in de regio op pad gaan: om te horen wat er hier speelt, en om uit te leggen wat er in Brussel gebeurt.”

Op dit moment is Jeannette natuurlijk wel nog gedeputeerde. “Mijn werk gaat tijdens de campagne gewoon door. Daarin kom ik al veel effecten vanuit Europese regelgeving tegen, dus daar communiceer ik tijdens de campagne nog een beetje extra over.” Ze is op alle sociale media te volgen, “behalve TikTok”, en laat daar graag zien wat de invloed van Europese regelgeving is op ons dagelijks leven en op bedrijven. “Die regelgeving kan soms positief of negatief uitwerken. Wat mij betreft is het belangrijk dat alle landen op dezelfde manier Europese regelgeving interpreteren en uitleggen. In een interne markt moeten de spelregels hetzelfde zijn, zodat je oneerlijke interne concurrentie voorkomt. De Europese Unie moet dus zorgen voor maximale harmonisatie, bijvoorbeeld via standaardisering van groene brandstof.”

Ook voor ondernemers in Noord- en Zuid-Holland is Europese samenwerkign van groot belang, meent Jeannette. “Zeker voor het MKB als motor van de Europese economie. Het biedt een grote consumentenmarkt die vrij bereikbaar is en helpt om ons welvaarts- en welzijnsniveau op peil te houden. Juist vanuit de innovatiekracht van onze ondernemers kan ons bedrijfsleven een voortrekkersrol op zich nemen, bijvoorbeeld in de energietransitie.” Jeannette vindt bijvoorbeeld dat het veel te lang duurt om sommige afvalmaterialen als grondstof te benoemen om biobrandstof te ontwikkelen. “Dat moet eigenlijk in één keer voor de gehele Unie. Dan is het wel belangrijk dat we ook een gelijk speelveld hanteren voor producten van buiten Europa: regels die voor Europese producten opstellen, moeten we ook toetsen bij producten van buitenaf. Als we eisen stellen aan onze eigen bedrijven, zoals milieu-eisen, moeten we ook kritisch kijken naar wat er hier binnenkomt.”

Jeannettes oproep aan ondernemers is glashelder. “Europa is geen ver-van-je-bed-show! In de glastuinbouw hebben ze bijvoorbeeld te maken met uitdagingen rondom waterkwaliteit en pesticiden. Maar ook regelgeving over energiebesparingseisen zijn vertaald vanuit Europese richtlijnen. Als het gaat om digitalisering en AI zullen er de komende jaren nog meer regels vanuit Brussel naar hier worden vertaald. Natuurlijk is er veel innovatiekracht, maar we moeten ook goed kijken naar de veiligheidsaspecten en consumentenbescherming. Zonder veiligheid is er geen welvarend Europa, dus dat is echt heel belangrijk.”

“Het wordt soms te moeilijk gemaakt om internationaal te ondernemen”

Roel Yska (25) werkt als verenigingscoördinator bij VNO-NCW West en staat op plek 13 van de kieslijst van Volt. Hij maakt zich sterk voor de positie van jongeren. “Er wordt veel te weinig naar de belangen van jongeren gekeken in Europees beleid. Slechts 3 procent van de Europarlementariërs is jonger dan 35 jaar. Dat is niet representatief: jongeren moeten een grotere rol spelen!” Ondanks zijn leeftijd brengt hij economische expertise met zich mee. “Ik heb al veel ervaring met het vertegenwoordigen van belangen op een relatief hoog niveau.”

Europees beleid is volgens Roel dan ook van groot belang voor ondernemers. “Europese wetgeving kan beter worden geharmoniseerd. Er zijn te veel handelsbarrières die we kunnen overbruggen of wegnemen. Daarnaast kan Europees beleid meer duidelijkheid aan ondernemers bieden doordat het vaak stabieler en meer op de lange termijn gericht is”, meent Roel. Tegelijkertijd is hij ook kritisch op beleid uit Brussel: “Er is nog te veel Europese bureaucratie. Als we dat afbouwen, is het ook makkelijker om ondernemers een duidelijk toekomstperspectief te geven.”

Roels richt zich, mede vanwege zijn werkzaamheden bij VNO-NCW West, op logistiek beleid en transport. “Ook op dat vlak wordt het soms te moeilijk gemaakt om internationaal te ondernemen. Denk aan duurzaamheidseisen die aan voertuigen worden gesteld door landen, terwijl die regels over de grens helemaal niet gelden”, stelt hij. Zeker in Noord- en Zuid-Holland is transport een belangrijk thema. “Denk aan Schiphol, maar ook aan de Rotterdamse haven. Ik wil de toekomst van onze logistiek veiligstellen door met de blik vooruit verduurzaming te faciliteren. In de scheepvaart denk ik op korte termijn bijvoorbeeld aan voldoende synthetische brandstoffen, maar op lange termijn aan nucleaire voortstuwing.”

Ook de digitale en technologische ontwikkelingen moeten we volgens Roel op een ethisch verantwoorde manier omarmen. “Europa moet balans bieden door grenzen te stellen, en tegelijkertijd ondernemers te helpen. Bijvoorbeeld door ondernemers te onderwijzen in het laten overnemen van administratieve lasten door AI, of via technologie werknemers vrij te spelen die routinematige klussen doen”, zo schetst Roel. En toch: “Europa is dan wel koploper op dit gebied, maar er is echt een gecentraliseerde strategie nodig om ondernemers te helpen. De regionale en lokale toepassing van wetgeving op digitaal vlak loopt namelijk erg achter. We moeten wel competitief blijven: ondernemen stopt niet bij de landsgrenzen, digitaal ondernemen zeker niet.”

“Ik wil dat Europees beleid een positieve impact op de regio heeft”

Brigitte van den Berg (34) is wethouder in Beverwijk en de nummer 3 op de kandidatenlijst van D66 voor de Europese verkiezingen. “Als wethouder in de bedrijvige regio IJmond ervaar ik dagelijks hoe groot de invloed van Europees beleid is op de regio. Bijvoorbeeld in de zeehavens, bij Tata Steel en bij het aanleggen van windmolenparken hier voor de kust. Ik zie hier veel ambitieuze ondernemers die met Europees geld stappen maken voor de groene economie.” Tegelijkertijd ziet Brigitte hoe ingewikkeld Europese regels kunnen zijn en hoeveel administratieve rompslomp EU-subsidies vragen. “Daarom wil ik me graag inzetten in het Europees Parlement. Vanuit mijn lokale ervaring hoop ik in Brussel ervoor te kunnen zorgen dat Europees beleid een positieve impact op onze regio heeft.”

Juist nu is Europa cruciaal, meent Brigitte. “De kans is groot dat Trump weer president van de Verenigde Staten wordt. Europa is dan echt op zichzelf aangewezen. De vraag is dan: voelen we ons genoeg met elkaar verbonden om de uitdaging aan te gaan? We moeten echt met elkaar veiligheid garanderen, maar ook de klimaatdoelen halen. Als het er echt op aankomt, telt het of je een gedeeld gevoel hebt als Europeanen. Dat gevoel ontstaat via ontmoeting, dus dat vind ik essentieel.”

Dat is dan ook waar Brigitte als eerste mee aan de slag zou willen in Brussel, vertelt ze. “Ik vind dat iedere jongere voor zijn twintigste op uitwisseling in Europa moet kunnen, ongeacht welke opleiding je doet. Als jongeren op vroegere leeftijd in aanraking komen met Europa, wissel je kennis uit, voel je jezelf meer Europeaan en zie je beter wat de meerwaarde is van Europese samenwerking.” Brigitte merkt op dat het voor universitaire studenten al goed mogelijk is om zo’n uitwisseling te regelen via het Erasmusprogramma. “Voor MBO-studenten is dat veel minder vanzelfsprekend: er zijn minder regelingen, ze zijn vaak wat jonger en hebben dus andere behoeftes. Daarom zou ik graag middelbare en MBO-scholen willen betrekken in het Erasmusprogramma.”

Ook voor ondernemers is de Europese Unie van groot belang, aldus Brigitte. “De interne markt is natuurlijk een grote meerwaarde voor ondernemers, omdat het voor een grotere afzetmarkt zorgt. Het is belangrijk dat we daarin een eerlijk speelveld organiseren: zo moeten CO2-eisen in de gehele Unie gelden, maar die eisen moeten we ook durven stellen aan bedrijven van buiten de Europese Unie. De komende jaren staan in teken van het tegengaan van klimaatverandering, maar daarin moeten we iedereen mee kunnen”, vindt ze. “Europa moet een aantrekkelijke plek blijven om te ondernemen. Er zijn gelukkig al genoeg bedrijven die laten zien hoe je juist hier groen kan ondernemen.”

Er is in Brussel veel dat beter moet worden geregeld voor ondernemers, vindt Brigitte. “Beschikbare fondsen voor bijvoorbeeld innovatie moeten beter aansluiten bij ondernemers. Vaak zijn deze fondsen nog niet toegankelijk genoeg voor met name het MKB. Daarnaast hebben veel bedrijven te maken met personeelstekort.” Ook daarbij noemt ze de MBO-studenten. “We moeten regelgeving maken die MBO-diploma’s gelijktrekt met diploma’s uit het hoger onderwijs. Nu loop je namelijk met MBO-diploma’s nog tegen te veel barrières aan. Als we dat makkelijker maken, kunnen bedrijven en vakmensen door heel Europa beter aan elkaar gelinkt worden.”

Gerelateerde artikelen

Rijnland 28 oktober 2024

Leiden staat achter ZE zone

Metropoolregio Amsterdam 2 oktober 2024

Uit ons magazine: “Samen zoeken naar oplossingen”

Oostland 24 september 2024

Terugblik Miljoenenontbijt Oostland