Dit artikel komt uit de laatste editie van ons magazine. Bekijk de volledige uitgave hier!
Na een tijd van 12 jaar als bestuurslid van VNO-NCW Noordwest-Holland, waarvan 4,5 jaar in de functie van voorzitter, neemt Jeroen Veerman afscheid. Na bijna 20 jaar als ondernemer heeft hij de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven grote veranderingen zien doormaken. De aftredend kringvoorzitter deelt zijn visie.
“Ik ben sinds 2004 ondernemer, toen ik me heb ingekocht in twee organisaties. De ene is H&S Adviesgroep, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van mensen, teams en organisaties. We verzorgen assessments en coaching, begeleiden teams, maar werken ook aan andere HR-vraagstukken. De andere organisatie is RegioTalent, een wervings- en selectiebureau dat zich richt op de regio Noord-Holland boven Amsterdam. Dat gaat om werving en selectie van staffuncties tot aan management, maar ook functies in directies of een raad van toezicht.”
Bedrijven verdwijnen niet, maar passen zich aan
“Ik heb in de afgelopen twintig jaar een hoop zien veranderen in de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt was altijd conjunctuurgevoelig: verschillende crises leidden tot minder vraag naar arbeid. Door de coronacrisis was de vraag naar arbeid tijdelijk lager, maar nu is de vraag naar personeel structureel hoger dan het aanbod. Dat zal de komende 10-15 jaar ook niet veranderen. Technologie kan echter wel voor veranderingen zorgen. Er werd een aantal jaar geleden gedacht dat het beroep van accountant zou verdwijnen doordat computers alles zelf konden. Nu zie je dat accountants er nog steeds zijn, maar dat hun functie wat is veranderd door bijvoorbeeld ook meer HR-werkzaamheden te gaan doen. Bedrijven verdwijnen dus niet, maar passen zich aan naarmate de omstandigheden veranderen.”
“Je ziet nu dat de beschikbaarheid en schaarste van arbeid een economische factor wordt. De groei van de economie stagneert niet doordat er minder vraag komt uit de markt, maar door een tekort aan arbeid. Dan helpt het niet om flexibele arbeid te ontmoedigen en een vaste baan de norm te maken, of arbeidsmigratie te stoppen, zoals sommige politieke partijen nu willen. Arbeidsmigratie is nodig, maar tegelijkertijd staat de woningmarkt natuurlijk ook onder druk. Arbeid is dus een integraal vraagstuk waarbij het niet alleen gaat om banen, maar ook om woningen, mobiliteit en leefbaarheid. Je ziet bijvoorbeeld dat veel mensen uit Noord-Holland Noord in Amsterdam werken: daar zijn te weinig mensen voor het aantal banen, terwijl we hier meer mensen dan werk hebben. Dat houdt elkaar wel weer in evenwicht.”
Een bijdrage leveren aan wat je aan het hart gaat
“Ik ben actief geworden bij VNO-NCW toen ik merkte dat er in deze regio minder aandacht was voor arbeidsmarkt en onderwijs: ondernemers maakten zich meer druk over infrastructuur, bedrijventerreinen en dergelijke. Ik voorzag dat arbeidsmarkt en onderwijs een grotere rol in de economie gingen spelen, wat ook wel is gebleken. Het leek mij goed om namens VNO-NCW in deze regio bedrijven te vertegenwoordigen op die thema’s. Dat heb ik jarenlang gedaan door de standpunten van het bedrijfsleven naar voren te brengen in samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, onderwijsinstellingen, het UWV en zowel werkgevers- als werknemersorganisaties.”
“Het lidmaatschap van VNO-NCW is waardevol omdat je je in een interessant netwerk en speelveld kan begeven. Je staat als ondernemer misschien niet zo snel stil bij belangenbehartiging, maar dat is wel belangrijk. Ik wilde ook graag een bijdrage leveren aan iets wat me ook aan het hart gaat op professioneel gebied, dat was voor mij echt een meerwaarde van het lidmaatschap.”
Weten wat er speelt bij ondernemers
“Met VNO-NCW Noordwest-Holland hebben we ons de afgelopen jaren echt in kunnen zetten voor een goed vestigingsklimaat. Ook hebben we geprobeerd om prachtige bedrijven te helpen die onvoldoende werknemers kunnen trekken omdat ze te onbekend zijn. Onbekend maakt immers onbemind. Natuurlijk zijn we ook bezig geweest met grote thema’s als netcongestie, infrastructuur en verduurzaming. Maar we moeten ons nog meer in gaan zetten voor de voorbereidingen op een tekort aan arbeid. Bedrijven moeten echt blijven innoveren om met minder mensen toch meer werk te kunnen verzetten.”
“In de komende jaren kan VNO-NCW in deze regio nog beter op de kaart worden gezet, denk ik. Toen ik voorzitter werd, hadden we al snel met corona te maken en daarna was er wat minder ondersteuning vanuit de vereniging. Het is daarom belangrijk om nog intensiever contact met de ondernemers te leggen. Je kan niet elk specifiek probleem oplossen, maar door goed je oor te luister te leggen weet je beter wat er speelt bij ondernemers in het algemeen. Daarnaast kunnen we nog meer doen om persoonlijke en zakelijke groei van ondernemers te stimuleren, daar is een sterke behoefte aan. Ondernemers kunnen echt meer leren door bij elkaar in de keuken te kijken en kennis te delen. Ik zie initiatieven bij Jong Management of het DGA-netwerk van VNO-NCW West die daar denk ik goede stappen in zetten, maar ook de kringen moeten daarmee aan de slag.”
“Ik denk dat we in deze regio ook op een andere manier samenwerken dan in andere regio’s. We concurreren niet met andere werkgeversorganisaties, maar werken samen om belangen van lokale ondernemers te behartigen. Het gaat om het resultaat voor lokale ondernemers: of daar het stempel van een lokale bedrijvenvereniging, het Economisch Forum of VNO-NCW op staat, is minder van belang.”